Indien hij niet aan 't bestaan van de Santi's brief gelooft, waarom schrijft hij dan: ‘Indien de brief getoond werd, zou blijken dat hij niet de strekking heeft, die er b.v. in “Studiën” op gezag van Bonvin aan werd toegeschreven’ (De Tijd, 28 Febr. 1935, Avondblad)? Druk u dan minder dubbelzinnig uit.
Maar wat doet 't aan 't bestaan van 'n zaak af, dat u daaraan al of niet gelooft? Blijf bij de kwestie en bewijs ons en de ganse Nederlandse kerkmuzikale wereld 'n reeds 4 jaar geleden gevraagde dienst door de 24 punten te bewijzen, in Studiën (Dec. 1931) aan u en anderen voorgelegd. Door tevens in te gaan op 7 punten en 4 vragen, die ik u voorlegde (De Tijd, 15 Jan. 1935, Avondblad).
Het is mogelijk, dat ik onwaarheden schreef. Wanneer bewijst u 't eens? Dat ik dat bewust deed, kan niemand bewijzen, zelfs niet rector H. Vullinghs pr. Ik daarentegen bewees u, dat u onwaarheden schreef (De Tijd, zelfde datum) en Hubert Cuypers titelde zijn artikel tegen u: ‘Sic mentiris, zo liegt u’ (De Tijd, 25 Jan. 1935, Avondblad)!!!
Toch maak ik me niet ongerust. Bij de begrafenis van Haarlems Bisschop, demonstreerde de Schola o.l.v. pastoor Beukers, voorzitter van de St. G.V. ons systeem, door alle episema's te verdubbelen benevens de voorlaatste lettergrepen. Het volk en de honderden priesters eveneens en onder dezelfde leiding. Het koor o.l.v. dhr. Schouten zong ± Vaticana, nauwelijks iets van Solesmes. Tòch, rector, was 't 'n wonderschone plechtigheid.
HENRI VAN DER BURGHT.
De kwestie is naar ons gevoelen hiermede over en weer voldoende toegelicht.
R.D.G.