De Gemeenschap. Jaargang 11(1935)– [tijdschrift] Gemeenschap, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 293] [p. 293] M. Mok Unio mystica Ik wil stiller zijn en niet vermoed van de harteloozen, die gebaren naar de wereld die hen weelde doet. Ik wil eeuwig in de stilte staren. In den verren hemel droomt een God, en ik wil zijn eeuwigheid doorgronden, in zijn wezen overglijden, tot wij voor alle tijden zijn verbonden. Droomen van den hemel en den Heer; hij vergeeft zijn liefde aan de sterken, die hun droomen staande houden, eer dan aan hen die drijven goede werken. Overglijden tot het wezen Gods, in een sneeuwwit kleed ten hemel varen, en de oogen sluiten en niet trotsch naar de verre zwarte aarde staren. Vorige Volgende