De Gemeenschap. Jaargang 11(1935)– [tijdschrift] Gemeenschap, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 21] [p. 21] J.C. Bloem Later Wanneer zij oud is en de veege vorm, Waarvoor zij alles, 't meest zichzelf, verried, Nu háár verraadt en uit dit aardsch gebied Reeds nijgt naar de alchemie van made en worm - Als zij dan heenziet over 't vale dorren En buigt naar wat haar 't schriele leven liet: Dood hout en oude blaren en meer niet, De poovere oogst van 's harten voorjaarsstorm - Stijgt haar uit het voorheen dan nog dat beeld: Hoe de ander neerlag in zijn stillen staat Op 't laatste bed, dat zij niet heeft gedeeld, In de volstrekte onschendbaarheid bevrijd, Van wie des harten onverzoend verraad Ontkwamen in zichzelf en de eeuwigheid? Vorige Volgende