De Gemeenschap. Jaargang 11(1935)– [tijdschrift] Gemeenschap, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 11] [p. 11] A.J.D. van Oosten Tegen dwaze onrust van geest en ongeduld des harten Gij kent de angst van mijn gemoed de vredeloosheid, Heer, mijns harten hoe 't in zijn innigste geheimen in al zijn daagschen nood verward en vreezende is voor den aanvalsvloed van zorg en schrik, die het doorvlijmen in 't flitsen van hun nedersprong. Zend het o God Uw bijstand toe en wil 't door Uwe hulp verlichten zoodat geen onrust meer kan tarten het stil vertrouwen van mijn geest, dat 's harten ongeduld verdrong en voor zijn snel misbaar deed zwichten. Gij die de zwakste ziel geneest trek dagelijks mijn leven binnen dat nog in tweestrijd ligt verdeeld, behoedt mijn zenuwen en zinnen doe hart en geest zich op U richten, herschep mij naar Uw Eenig beeld. (Driekoningen 1935) (Vignet J. Hendrickx) Vorige Volgende