De Gemeenschap. Jaargang 10

[p. 682]

A.J.D. van Oosten
Kolenboot

Voor Dolf Henkes

Het water in den nacht bevangen
van duisternis en zachten schrik
ligt kleurloos en zonder zijn snelle gangen,
boven de ruischende oevers hangen
de sterren van dit oogenblik.

Het schip is zwart dat wij bestegen
tusschen zijn brug en de achterplecht,
hoog over lichters en ruim bewegen
kranen en berstende grijpers tegen
het maanlicht boven Katendrecht.

De koelte vaart rond al door de haven
en zoekt naar het verborgen doel
in deze gehaaste overgave
van kolen, die werden opgegraven
achter Cardiff en Liverpool.

De losploeg is dicht en zwaar beslagen
met stof en overvloedig gruis:
kleinen, die naar het einde jagen
van hun vernederde zeven dagen
en vinden geen rust in eigen huis.

Over het water is dit gevaren
Uw goede gave: vuur en brood,
door duister en golven van deze jaren
wil ons onder Uw hoede bewaren,
verlos ons uit allen nood.