De Gemeenschap. Jaargang 10(1934)– [tijdschrift] Gemeenschap, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 587] [p. 587] Jan H. Eekhout Jezus verschijnt aan Maria Zoo onbereikbaar ver was Hij haar geworden dat, toen door de scheemring, Hij tot haar trad, zij de armen niet strekte, maar, bijna bevreesd, terugweek met bevenden mond - Zij zag hoe nauwlijks het gras boog onder den lichten gang Zijner voeten - Zij zag hoe Zijn handen met den straal der wonden onwerklijk waren, niet langer deel van het aardsche - Zij zag hoe Zijn aangezicht los was van lijden en overmachtig het hemelsch bloeien Zijner oogen weidde heen door de hare over de landen en zeeën der wereld - Zij zag hoe Zijn gestalte het Al vervulde nameloos grooter dan dag en nacht - [pagina 588] [p. 588] En toen Zijne lippen het ‘Moeder’ spraken, zóó als was weder haar kind Hij, boog zij beschroomd het gelaat, en knielde, en haar voorhoofd beroerde den zoom van Zijn kleed - En toen zij uit dit uiterst verzinken in Hem, Die droeg al diepten der Eeuwigheid, traag tot zichzelve keerde, terwijl haar ziel, zacht en aarzlend, te zingen aanving: ‘Mijn kind!, mijn zoon!’, en eindlijk zij òp zag, was ledig de plaats, waar Hij vóór haar gestaan had, was onbereikbaar Hij weder geworden, was ver Hij, als immer ... Hij, de Schaduwlooze -, Hij, de Sterke, - Hij, de Gòd -. Vorige Volgende