De Gemeenschap. Jaargang 10
(1934)– [tijdschrift] Gemeenschap, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 561]
| |
Dichter onbekend
| |
[pagina 562]
| |
Staet op, staet op, wilt wel verstaen,
Ghy selt sceppende vinden, doet myn vermaen,Ga naar voetnoot24.
25.[regelnummer]
Een suver Marien beelt onder den yse.’
Eens, noch eens, soe als verstant wyse,
Heeft sy haer broetheer om raet gevraecht.Ga naar voetnoot27.
Hy nampt in spot: ‘ay, lieve maechtGa naar voetnoot28.
Tis droem, tis droch ende anders nyet’.
30.[regelnummer]
Maer op een Saterdach noch geschiet
Dat die stemme ten derde vermaende.
Doe stond sy op, ten water gaende
In gelove, in minne ende in betrouwen,
Ter eere Gods ende onser lyver vrouwen.
35.[regelnummer]
Tegen natuer soe stont daer stilleGa naar voetnoot35.
Dat beelt der gratien na Godts wille,Ga naar voetnoot36.
Nyt drivende, nyt sinckende in den stroem.
Dat was kenlic myrakel, dat was geen droem.
Sy hevet haer handen te samen geleytGa naar voetnoot39.
40.[regelnummer]
Ende was ten dienste Marien bereydt
Met gebogen knyen sy nederdaeldeGa naar voetnoot41.
Eer sy dat beelt uten waeter haelde.
Met vrese nochtans heeft syt blydelic ontfaen
Ende is daermede naer huis gegaen.
45.[regelnummer]
Als sy dan dat beelde daer thuys bracht
Heeft sy haer broetheer toe gesacht:
‘Siet nu, Broetheer, nempt des goemGa naar voetnoot47.
Nu merct men wel ten is geen droem,
Hebt nu geen spot, maer ghelovet sterck.’
50.[regelnummer]
Die broetheer aensach dit wonder werck
| |
[pagina 563]
| |
Met vrees, met lieften, al sonder verletGa naar voetnoot51.
Hebben sy dat beelt op die spynde gesedt,Ga naar voetnoot52.
Des avonds te tyde sonder gebreken
Een ongelkeerse daer voer ontsteken,Ga naar voetnoot54.
55.[regelnummer]
Welk daervoer brande nae Godts onthoudeGa naar voetnoot55.
Driemael langer dan sy soude.Ga naar voetnoot56.
Sy sagen soe veel mirakels geschiet
Dat die broetheer seyde tot Margriet:
‘Gaet doch liever van stond an
60.[regelnummer]
Tot u biechtvader Broeder Jan
Van Schoenhoven die Carmelyt,
Ende segt hem, hoe dat ghy syt
Altemael hier mede ghevaren,’
Sy gincs hem haer biecht verclaeren.Ga naar voetnoot64.
65.[regelnummer]
Daer die biechtvader int best op seyde:Ga naar voetnoot65.
‘Brenckt my dat beelde in hoersamheyde.’Ga naar voetnoot66.
Deze Margriet dat nyt en liet.Ga naar voetnoot67.
Ende was gehoersam, dat is geschiet.
Doch voer den Kersdach, siet des vroet,Ga naar voetnoot69.
70.[regelnummer]
Broeder Johan, dat beelde soet
Aensiende, syn harte verblyde
Ende hevet terstond ten selven tyde
Dat beelde in syn huys gebracht,
Daer wonder geschyde in dier nacht
75.[regelnummer]
Aen syn moeder, meer ander luden mede
Die den beelde daer weerdicheyt deden.Ga naar voetnoot76.
Doe docht hy waer hy dat soude brengen
Maer doer Godts ende Marien gehengenGa naar voetnoot78.
| |
[pagina 564]
| |
Soe marct des tyt wel uitgesondertGa naar voetnoot79.
80.[regelnummer]
Doe men screeff dusend en vierhondert
Ende vierenveertich ons Heeren Jaer
Doe quam dit beelt hier openbaer
Namentlick op Sinte Stevens dach,Ga naar voetnoot83.
Als ment acht dage voer gevonden sach.Ga naar voetnoot84.
85.[regelnummer]
Hier van broeder Jan eerweerdelic gebrocht
Welck beelde in gratie hier wert versocht,Ga naar voetnoot86.
Om die scone vertroestingen, myraculen, gratien
Soe coemen hier pillegrim van verre natien
Te water, te lande, doer bosch, doer heyde.
90.[regelnummer]
Gelovet sy Maria ende haer kynde beyde.
Nu seldy hoeren int eynde verclaeren:
Een min dan ontrent vyftich jarenGa naar voetnoot92.
Leefide Margriet, nempt des verstantGa naar voetnoot93.
Nae dien sy dit beelt int waeter vantGa naar voetnoot94.
95.[regelnummer]
Tot dusent vierhondert dat Jaer ons Heeren
Ende twe entnegentich Maria ter eeren.
Doe woude Maria Margriet ontladen
Om te rusten op Godts genaden.
Op Sinte Eloys fest, was SaterdachGa naar voetnoot99.
100.[regelnummer]
Datmen Margriet gestorven sach
Hier neder begraven in groeter eerenGa naar voetnoot101.
Godt gunne haer ewich te jubileren
Nu biddet alle die dit hier lesen
Een Ave Maria, haer syel te wesen,
| |
[pagina 565]
| |
105.[regelnummer]
Ten hemel verheven met Godt versoent
Ende by Maria in vruechd gecroent
Ende wy altesamen mede te varen
By Maria inder engelen scharen. Amen.
Op een saterdach al by geval
dit beelt gevonden, verstaet oec wal,
een ander saterdach alhier beworven
op een saterdach Margriet gestorven.
Marct dit wonder
elc bysonder.
Gestraheerd uit de kerk memoritafel en
is daer me bevonden taccorderen.
(Vignet Charles Eyck)
|
|