De Gemeenschap. Jaargang 10(1934)– [tijdschrift] Gemeenschap, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 535] [p. 535] Jan Vercammen Waaslandse avond Die Waaslandse avond in kastanjebos waarbuiten diafane handen van stilte nutten de scharlaken zon. Ontroerde knielen bij het enkele rode spoor ontvlamd aan vlugge poot van ver-gevluchte dier het oosten in: veilige woud in bloei van geurige duisternissen. De wollige wind is de mijmerende dolerd, mijn handen op zijn kleed versluimerd: hij wekt een traan als een te mooie droom. Ik mis uw zingende ogen en uw zoete mond: gij hebt me deze schoonheid niet veropenbaard. Over een ogenblik is weer mijn hoofd ontzond en gij zijt verder dan ge zijt; ge denkt en wikt en hebt deze overgave mij onthouden in uw koude spel, verluwd is zonder u tot 't laatste licht daarom komt deze nacht ontrust en snel en houdt de melkweg voort mijn voorhoofd opgericht. Vorige Volgende