De Gemeenschap. Jaargang 10(1934)– [tijdschrift] Gemeenschap, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 219] [p. 219] Bernard Verhoeven Christus gekruist Men heeft het afgestreden, vale lijf Kronkelend aan een paal omhooggestoken. Het zwarte bloed kroop vadsig en werd stijf Als waren duistre padden losgebroken. Van hoeveel dieren en hun loom bedrijf Werd alle wellust in dit Lam gewroken. Het blaat. Zijn dunne stem zoekt een verblijf En weeklaagt, aan een blinde muur gebroken. Hij roept. Men lacht. Men lacht om hem daarboven. Een God, die God roept, is vermakelijk. Men lacht, om ook Zijn stem nog uit te dooven. Alles volbracht. Men kan Hem niets meer rooven Dan, onaanraakbaar, dit: Zijn Koninkrijk Aan alle goede moordenaars beloven. Vorige Volgende