De Gemeenschap. Jaargang 9

[p. 311]

Nieuws van de gemeenschap

We schrijven werkelijk ons maandelijksche nieuws niet altijd met even opgewekt gemoed. Maar ditmaal is er alle reden voor een optimistische toon, voor een wuivend gebaar in de richting van de trouwe lezer en de trouwe Gemeenschapsvriend.

Toen ons eerste nummer verscheen, was er een publicist, die ons de dood voor het tweede nummer voorspelde, en nu we bijkans tien jaar bestaan, probeerde weer iemand het. Maar.... we zijn springlevend. Was ons laatste nummer er niet het beste bewijs van? Antoon Coolen publiceerde er voor de eerste maal een novelle in en we mogen aannemen dat onze lezers meer van zijn werk onder oogen zullen krijgen.

Binnen korten tijd krijgt De Gemeenschap een kleine uitbreiding in de vorm van een Vlaamsche kroniek die onder speciale redactie van Herman Oosterwijk te Antwerpen zal staan. Deze zal daarin, en met hem anderen, het Vlaamsche cultuurleven van dit oogenblik, de Vlaamsche kunst en litteratuur bespreken en beoordeelen.

Dan is er, lezers, het groote, goede nieuws: de bloemlezing van Anton van Duinkerken werd bekroond met de C.W.v.d. Hoogtprijs. U las natuurlijk de motiveering van de jury reeds in de dagbladen en heeft U waarschijnlijk met ons oprecht verheugd in de hulde welke onze vriend en redacteur te beurt viel.

Voor de uitgever is deze bekroning wel zeer aangenaam. Immers, als een auteur bekroond wordt voor een roman of een verzenbundel, dan mag zijn uitgever zich daarom verheugen, maar hij deelt er, zelfs niet voor een klein gedeelte in mee. En wij hebben de overtuiging dat wij, zij het dan voor een gering en voor het minst belangrijke gedeelte, mede bekroond zijn. Het maken van deze bloemlezing is voor Van

[p. 312]

Duinkerken een prachtige taak geweest, en hij volbracht 't werk op een bewonderenswaardige wijze. Maar ook voor ons is het tot stand brengen van de uitgave een werk geweest van veel lief en leed, van veel zorgen en veel vreugde. Om in deze benarde tijd een dergelijke onderneming aan te durven.... we zijn er vaak hoofdschuddend om bezien. En nu erkent de Mij der Nederlandsche Letterkunde dit werk, en voegt de jury haar belangrijk oordeel bij dat gunstige en goede dat de beduidendste critici er reeds over uit spraken.

Wij verheugen ons daarover. En wij vragen onze getrouwe lezers en vrienden om thans mede te werken dit prachtige werk te verspreiden en ingang te doen vinden. Het is een cultuurdaad van beteekenis, maar dor en onvruchtbaar blijft het werk, als het niet open kan zingen in de harten van voor wie het bestemd is. De Dichters der Contra-Reformatie, bijeen gelezen in dit mooie boek, hebben ook ons wat te zeggen, hebben ook voor ons nog een levend, bloedwarm woord. Help ons dat te doen klinken. U is natuurlijk reeds begonnen met het zelf aan te schaffen, maar doe het nu waardeeren door anderen. Is het te duur? Het is niet duurder dan het noodzakelijk moest zijn. En als dat veel is, welnu spaar er een beetje voor, of spreek met Uw boekhandelaar af dat U het bedrag in een paar maal betaalt.

Uw stofzuiger en Uw radio waren ook duur, en nu is de radio misschien al valsch en klopt de stofzuiger meer aan Uw ooren dan op het kleed. Dit boek brengt de stilte mee in Uw huis. De stilte van een groote voorbije tijd, met harten als het Uwe, zielen die de behoefte hadden die Uw ziel heeft, dichters die de melodie wisten die ook U weerom in de waarheid en de schoonheid bevestigen zal.

En onze andere boeken? Ze geraken even in de schaduw van Duinkerken's laurieren, maar vrees niet dat we er U niet meer over zullen vertellen. Bordewijk's merkwaardige boek: ‘Knorrende Beesten’, kwam in een typisch gespannen omslag van Kees Strooband, gereed. Evenals zijn Blokken zal dit boek U weer iets zeggen over die gecompliceerde nieuwe gevoeligheid, waarmee wij het leven en zijn verschijnselen benaderen. Binnen eenige weken ziet U het in de etalage. En de bundel van Jacques Schreurs? Die ligt op de pers, en zal met zijn verscheiden illustraties een heerlijk bezit zijn.

En tenslotte hebben wij nog een vriendelijk verzoek.

Dezer dagen wordt de kwitantie aangeboden voor het tweede halfjaar. Legt U het geld gereed (f 5,40) en laat de kwitantie vooral niet teruggaan, dat geeft maar onnoodige kosten en omslachtige administratie. Er zijn abonnees, die nog van het vorig jaar in het krijt staan, dat moest U ons niet aandoen! Wijl hebben ‘middelen’ noodig en daarom rekenen wij er op, dat alle gelden binnen komen. Onzen dank!