De Gemeenschap. Jaargang 9(1933)– [tijdschrift] Gemeenschap, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 272] [p. 272] Jacq. Schreurs M.S.C. Twee heiligenprenten voor Louis en Magda Lodewijk van Frankrijk Die in een donker en rampspoedig jaar Op Muzelman en Moor zijn zwaard verloor En keerde als bedelaar, - Verlaat vandaag weer zijn pilaar En troont een dag in 't middenkoor Op een versierd altaar..... Het vrome volk, dat hem aanschouwt, Weet hem geen gunst te vragen; Zijn naam is koninklijk en oud En als een kroon te dragen, Zijn scepter van verstorven goud, Zijn mantel is beslagen - En niets is hij dan geurig hout Waarin de wormen knagen. Zijn roem is bijna uitgewischt, De Turken zijn bezworen! Vanavond weer, door vrome list, Raakt hij onder den toren..... Hoe zou zoo'n oude militairist Een vreê-zat nageslacht bekoren, Veel eeuwen te vroeg voor den Antichrist En te laat voor een Kruistocht geboren?! [pagina 273] [p. 273] Maria van Magdala Hier staat die Magdaleensche Vrouw Verdwaald met haar reukwerken; De menschen leven hier van akkerbouw En 't is te merken: Zij brengen, met den morgendauw, De bittere prikkelgeuren der landouw Ter kerke..... O, Magdalene, om uw gróót berouw, Verlaat hen niet maar blijf, Met hemelsche reukwerken, Dit meest aardsch deel van Christus' geestelijk lijf Zegenen, zalven en versterken. Vorige Volgende