De Gemeenschap. Jaargang 9

[p. 13]

A.J.D. van Oosten
Anno Santo

‘Op het onuitsprekelijke werk der menschelijke verlossing, dat door Jezus Christus is gewrocht, willen wij den geest van alle verlosten richten. Aan de nu levenden blijft het aanstaande jaar 1933 over, om de eeuwherdenking van de dood des Heeren te vieren en van de rij der goddelijke gebeurtenissen, die haar omlijsten. En opdat onze herdenking niet uit vluchtige handelingen besta en alle zielen, ook de meest verstrooide en in allerlei bezigheden gevangene, tijd en gelegenheid vinden om er in de vereischte mate in te deelen, bepalen wij, dat de viering gedurende een geheel jaar zal plaats hebben, een jaar dat wij nu reeds tot jubeljaar, tot Heilig Jaar, uitroepen, opdat de viering de grootst mogelijke waarde moge hebben door gebed en eerherstel, door smeekbeden en aflaten, door levensverbetering en rijke heiliging.’
PAUS PIUS XI.
Kerstboodschap 1932.

Die slechts vaag door Uw profeten
zijt voor-zegd en voor-geweten,
schenkt aan ons de heerlijkheid
tusschen vieren en vergeten
U bij eeuwen uit te meten
in de ruimte van den tijd!

Aller jaren, aller dagen
aller uren vurigst vragen,
aller schepselen felsten strijd
aller harten innigst klagen
aller zielen liefst behagen
Heer, zij thans U hóógst-gewijd!

[p. 14]

 

Meerder liefde, dieper glorie

 

worde in heilige memorie

 

U door heel Uw Kerk gebracht,

 

gansch haar lichtende historie

 

tot een beeld van Uw victorie,

 

tot een teeken van Uw kracht!

 

 

 

Anno Santo! Laat ons keeren

 

tot het wonder van des Heeren

 

lijden - dood - verrijzenis!

 

Heilig Jaar van jubileeren!

 

Offerande, lof en eere,

 

vlam voor Gods gedachtenis!

Charles Eyck