zaken ervan weg te nemen, omdat deze duidelijk voortkwamen uit de natuur der gieren en men nog steeds deze krachten niet afdoend wist te beheerschen. Misschien zou Pharao Ich-Na-Nere wanneer hij in deze tijd geleefd had er iets op gevonden hebben; hoewel dit niet zeker is, daar zeer waarschijnlijk zijn dood veroorzaakt werd door diezelfde gierennatuur, die zijn goede daden vijandig geweest bleek te zijn.
Het was in deze periode, dat Sir Lewis Hinton uit Egypte terugkeerde, met vele waardevolle voorwerpen die hij aan het Britsch Museum gaf, en een verzegelde flesch met twee-en-zestig erwten, drie-duizend jaren oud, die hij voor zichzelf behield.
Op een met de uiterste zorg uitgekozen en toebereid proefveld van de Botanische Hoogeschool verzamelden tegen den avond zich de studenten, die dien dag op de verspreid liggende tuinen practisch gewerkt hadden, voor een interessante gebeurtenis.
In de hall van het hoofdgebouw ontving namelijk Prof. Dr. Alfred Brixley den om zijn onderzoekingen en vondsten in Egypte wijdbefaamden Sir Lewis Hinton. Deze kwam dien avond met zijn dochter Alice en zijn staf van medewerkers het proefveld bezoeken. Met eenige welgekozen woorden richtte de groote professor zich tot den beroemden reiziger en Egyptoloog, wien hij verzocht, hem thans de resultaten in handen te mogen stellen van het hoogst interessante experiment, waaraan hij en zijn voornaamste assistenten al hun zorgen hadden gewijd. Hij schetste hem het verloop van het groeiproces der twee en zestig geheel verschrompelde erwten, die Sir Hinton hem toevertrouwd had. Hoe zich onder die meer dan drieduizend-jarige zaden slechts twee kiemkrachtige hadden bevonden, hoe uit beide kiemen inderdaad normale ranken ontwikkeld waren, die bladeren en bloemen gedragen en tenslotte complete