De Gemeenschap. Jaargang 8
(1932)– [tijdschrift] Gemeenschap, De–
[pagina 496]
| |
Jan H. de Groot
| |
[pagina 497]
| |
Maar immer praat het snelle held're water
der Dunajec over het ver bestaan
van ridders en van roof. Niemand verlaat er
zijn huis als 't avond wordt bij volle maan.
3
Dan vechten weer de Polen met d'Hongaren
in nevels, om het recht van hun bestaan.
Zoo'n slacht is vol van duistere gevaren.
Kom Irka, zullen wij nu huiswaarts gaan.
![]() Cuun v.d. Steene
|
|