die hem van huis af bijgebleven was. Het was jammer genoeg maar een kort baanvak, dat hij af te leggen had.
Bij degenen die evenals hij met dezen trein medegingen, omdat ze een huishouden hadden of gingen vormen en gelukkig nog nergens ontslagen waren, zaten de meesten er niet veel beter voor. De onderbreking van hun nachtrust en 't vooruitzicht van het on-onderbroken dagwerk, ontnamen hun de eenvoudigste lust zelfs tot reageeren op de verschijnselen rondom. De gezelligheid in den werkmans-trein kenmerkt zich door een dusdanige rust, dat de controleurs hun gang van man tot man maar uitstellen tot een volgenden rit, wanneer er minder slapers en meer kansen op een verstekeling zijn. Inmiddels halen ook zij de rust in, die ze door hun vroegen dienst tekort kwamen.
Alleen de bestuurder moet zich het voorrecht ontzeggen, achter hem aan schommelen de lichamen en zielen, die gewend zijn dat er met hen gegooid en gesmeten wordt; maar hij is niet zoo voorzichtig omdat zij kameraden zijn, het is de routine, welke hem zonder dat hij het zich bewust wordt, elken willekeurigen trein feilloos doet hanteeren, terwille van zijn pensioen.
Kort nadat de oude man zijn jubilé beleefd had gebeurde er in den vroegtrein iets ongewoons met hem. Hij was dien morgen normaal wakker geworden, had zijn vrouw, die ook al niet zoo flink meer was, uit bed zien gaan om thee te zetten en brood klaar te maken voor hem en de jongens; had zich een oogenblik bedacht op de mogelijkheid om vandaag eens te blijven liggen en de heele kapok-boel te laten opvliegen en was toen opgestaan omdat er toch niets anders opzat.
Inderhaast ontbeet hij, inzoover men het eten van boterhammen des morgens door een werkman: ontbijten kan noemen. Zijn vrouw pakte zijn brood voor tusschen-den-