De Gemeenschap. Jaargang 8(1932)– [tijdschrift] Gemeenschap, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 388] [p. 388] Jan Lindner Aanteekeningen Waarom ik de man niet vergeet, waarom ik de man met het hangende hoofd en holle, opziende oogen, waarom ik de man niet vergeten kan met de mondhoeken trillend, en voorover gebogen in de witte kamer van de polikliniek? Die op een ladder gestaan en een draad onder stroom had geraakt met zijn handen, gevallen was, zijn lijf had gebroken op straat en weg was gedragen in doorbloede verbanden? - Waarvan plots bij een wending van mijn oogen het hoofd van de man, heel domp en gebogen, uit een hoek van mijn kamer, om een hoek van de straat of 's nachts uit de lichtende wijzerplaat van mijn klok komt, en zegt telkens weer: ik durf niet meer, ik durf niet meer .....? Jozef Cantré [pagina 389] [p. 389] Charles Eyck Vorige Volgende