De Gemeenschap. Jaargang 7(1931)– [tijdschrift] Gemeenschap, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 521] [p. 521] J.J.v. Geuns ‘Der tod und das maedchen’ Zij had zoo dikwijls met den Dood gesproken Dat zij wel dacht te weten wie hij was. Zij dacht: een ruischen voor het vensterglas Was hij, niet meer. Maar toen hij 't had gebroken En zij het snijden voelde van zijn koude, Was 't dat zij al het andere vergat (Hoe buiten, in den nacht, de bloemen dauwden .....) Had nauwlijks tijd te denken: is het dàt? Vorige Volgende