De Gemeenschap. Jaargang 7(1931)– [tijdschrift] Gemeenschap, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 405] [p. 405] Jan H. de Groot: Vijver De zwarte doortocht naar een verdronken paradijs is dicht omwoekerd van een giftig wier. In waterholen zweven armen van een dier, wakend aan de poort van een paleis. Stemmen roepen mij in lokkend zingen. Moet ik nu komen en hier ondergaan? Blinkende armen raken mij zacht aan. Vischprinsen stierven in verstikkingen. Het moet een zoete droom zijn af te dalen, om te ontsluieren dit vreemd geheimenis, dat eeuwen sluimerde in zijn diepe nis ..... Maar visschen stikten in de blauwe zalen. Zie Heer, rozen en lelies weven uit dit moeras hun weergaloos verraad. Ik neig naar dit verlokkend kwaad. Ik val naar dit bedwelmend leven. Vorige Volgende