De Gemeenschap. Jaargang 7(1931)– [tijdschrift] Gemeenschap, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 362] [p. 362] Leo van Breen: Het kind Als een hondje dat wordt uitgelaten, mag hij 's avonds in de tuin, heel even met zichzelf over zijn kinderleven en zijn kinderlike zorgen praten. Nu is hij een kleine jongen, later zal hij in de schaduw van de linden vast en zeker eens het sprookje vinden, dat nu wegvlucht over 't vijverwater. Zal hij alles waar en heilig weten wat onzeker schroomt en schemerende in hem droomt. De stem: ‘Naar binnen!’ En de zware deur wordt dreunend dichtgesmeten. Vorige Volgende