De Gemeenschap. Jaargang 6(1930)– [tijdschrift] Gemeenschap, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 390] [p. 390] Gabriël Smit Mijnramp Krantenbericht, 10 Juli: ‘....de gezichten der geborgenen toonden geen teekenen van angst’. De zwarte mannen in de zwarte schachten: blind en wraakgierig slaat hun doffe slag in woeste brokken het verlangen naar den dag en de argelooze kinderen, die lachten. het gruis stort trager en het moe houweel moet deze laatste troost zelfs overgeven, de blikkerende oogen, waarin koortsen beven, blijven achter, angstiger, en staren veel. maar een vreemd suizen neemt het hunkeren over: kinderen, een vrouw, een klein en teeder huis. en het is lente: een helder, hoog geruisch zingt om de bloemen in een diamanten toover. een zilveren lach wenkt in een geurenlaan - waarom kan hij dit licht niet achterhalen? hoe kan hij nu in wilder licht verdwalen en in dit bliksemend wonder ondergaan? een schreeuw, gescheurde oogen. handen, kind: een zachte glimlach, die nog na blijft zweven, vanuit den zwartsten dood in het witste leven draagt God een makker, die de zon bemint. Vorige Volgende