Albert Kuyle
Artikel 177 een brief van missionaris Van de Kolk
De half en heel naar de Staatspartij gekeerde Katholieke pers ontdekt dagelijks nog missionarissen, die het bestaan van Artikel 177, aan welk artikel nog in ons vorig nummer door een onzer medewerkers een beschouwing werd gewijd, niet alleen niet lastig vinden, maar die in dit artikel zeer, zeer veel goeds ontdekken.
Toen, op de berucht geworden Arnhemsche bijeenkomst, over dit onderwerp werd gesproken, werd ons door een der aanwezige geestelijken op hoogen toon gevraagd naar bewijzen voor onze bewering, dat ook missionarissen onze meening deelden. Wij konden toen geen bewijzen, tenminste niet het meest waardevolle bewijs in ons bezit, op tafel leggen, omdat wij ons niet gerechtigd meenden daden te stellen die mogelijkerwijze schadelijk konden zijn voor derden.
Van de verschillende in het archief van de Gemeenschapsredactie aanwezige stukken zullen wij er thans een publiceeren, van de hand van missionaris Jos. v.d. Kolk M.S.C., wiens groote verdiensten als missionaris en wiens deskundigheid op het gebied van missie-vraagstukken nog, kortelings, bij zijn dood, door De Tijd en De Maasbode werden herdacht en gehuldigd.
Het is een fragment uit een brief, hetwelk we hieronder onveranderd doen volgen:
‘IK MEEN ECHTER DAT ALLES ZOO VERPOLITIEKT IS DAT MEN ZELFS DAAROVER NIET MOEST SCHRIJVEN, MAAR GEWOON DOEN, 'T ARTI-