De Gemeenschap. Jaargang 6(1930)– [tijdschrift] Gemeenschap, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 271] [p. 271] Man Arnet: Meer dan een provincie.... Vanavond zit ik weer achter slot en grendel (Uit de briet van het kostschoolmeisje) Een heele provincie, - méér dan een provincie - is tusschen ons. Wij, die elkander ééns ontmoetten waar zullen we'elkander weer begroeten? - Een heele provincie, méér dan een provincie, is tusschen ons. - Ik zou willen zitten aan je bed vannacht en slaapliedjes reciteeren, week en sentimenteel, en jou met 'n traan op je wimpers in slaap willen zingen. Ik wensch te veel: een heele provincie, en méér dan een provincie, is tusschen ons. Ik wou bij je ontwaken morgen vroeg naast de zon voor je venster staan en je langzaam ontluiken gadeslaan: uit je vredige droom naar de angstige droom van 't leven. Maar een heele provincie is tusschen ons. [pagina 272] [p. 272] Ik zou willen als je wandelen ging zon-omhuld in een heg te staan en opeens mijn groet naar je uit te slaan als je langs mij kwam. Maar een heele provincie is tusschen ons. En was 't alleen maar die provincie: treinen, bussen, telefoons, en duizende banden zouden ons binden, - ik zou de weg naar je hart wel vinden; Maar méér dan een provincie is tusschen ons. Een booze Revérende Mère en 'n groote poort, een portierster met 'n bos van sleutels (ik zou buiten voor de poort moeten staan, en niet één blik naar binnen mogen slaan. Want naar jongens kijken, zegt de Rév. Mère is doodzonde. -) Maar toch: dan was je niet zoo ver..... Maar: ik zou willen weten, dat je gelukkig was, dat je, zèlfs achter zoo'n poort, gelukkig was. - dan zou ik in je gedachten willen lezen: waarom zou dat meisje gelukkig wezen? en 't antwoord.... maar nee: 'n heele provincie en méér dan een provincie is tusschen ons. (Heilige Lucia, bid voor ons!) Vorige Volgende