De Gemeenschap. Jaargang 4(1928)– [tijdschrift] Gemeenschap, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 372] [p. 372] Hans van Zijl: Sonnet Hoe kon je gaan en mij hier eenzaam laten? ik ga dan zoeken naar 't verborgen pad dat geen van mijn gezellen ooit betrad - bedrieglijk was 't compas dat zij bezaten. Het licht waarin je treedt is flauw en mat, heb je daarom de schemering verlaten? de geur van je aanwezigheid heeft me verlaten, jou die ik minde, maar ik nooit bezat. Want ik zal heengaan als de wacht aan 't droomen is stil zal ik heengaan met het wit gezicht gericht op 't groote, goedbedachte plan. Want ik zal heengaan als de lange nacht gekomen is, heel alleen zal ik opgaan naar het groote licht het ver verschiet, waar geen me volgen kan. Vorige Volgende