De Gemeenschap. Jaargang 4(1928)– [tijdschrift] Gemeenschap, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 110] [p. 110] [Gedicht van Albert Helman] Lay de Francois Villon Mort, j'appelle de ta rigueur, Qui as ma maistresse ravie, Et n'es pas encore assouvie Se tu ne me tiens en langueur. Onc puis n'euz force ne vigueur! Mais que te nuysoit-elle en vie, Mort? Deux estions, et n'avions qu'ung cueur! S'il est mort, force est que devie, Voire, ou que je vive sans vie, Comme les images, par cueur, Mort! [pagina 111] [p. 111] Rijm van meester Frans Dood ik melde uw onverbidlijkheid, Die mij mijn meesteres kwam rooven, En nog kan 't uw wellust niet dooven, Dat ik dag en nacht haar verbeid. Krachtloos geef ik op den strijd! Maar schaadde zij u met haar leven, Dood? Wij waren twee, en één hart hadden wij! Nu 't stierf, kan ik niet langer leven; Zie, zonder leven merkt gij mij, Zooals een beeld welks hart steeds is gebleven Dood! A.H. H. JONAS: S. Petrus [pagina 112] [p. 112] ALPHONS DIEPENBROCK Vorige Volgende