De Gemeenschap. Jaargang 3
(1927)– [tijdschrift] Gemeenschap, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 267]
| |
l'EnvoiGa naar voetnoot1)Laat ons vergeten wat gisteren was, want
vandaag is een kostbaar bezit,
de zon is op straat als een zingend matroos, en
de wind van de zee is een hit,
die holt door de stad en hinnikt en briest, en
doorlicht als de ziel van een kind
staat wonderlik glanzend het venster wit tussen
ons en de zon en de wind.
Beluister de middaggeluiden der stad. De kin-
deren gaan in de zon,
hun ogen zijn goud en hun liederen luid of het
leven opnieuw begon;
voor jou werd de wereld een feest en voor mij
een vriendin, die ik ken
van toen ik een kind was, maar die ik eerst
zie nu ik man geworden ben.
De dagen gaan over ons heen als bij nacht over
zee sinjalen van vuur:
zij verwekken een kort en vergankelik beeld, maar
een vreugde van eeuwige duur;
de dagen zijn waaiende lichten - en als je die
uit ziet gaan
bedenk, hoe nog bomen als juichende pluimen
op toppen van bergen staan.
ANTON VAN DUINKERKEN
|
|