De Gemeenschap. Jaargang 3(1927)– [tijdschrift] Gemeenschap, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 10] [p. 10] Jos. Panhuysen Jr: Het gedicht In den geest, opeens, als een vlam, een gedachte, men schrikt en het rythme begint; duister, vormloos en vaag is het nog, men buigt het hoofd en zint. Een rij van woorden, als een regen, ruischt door de wegende stilte zacht; onder klaarder licht waait een landschap open; in de vingeren tintelt kracht. Winden waaien van overal om den ijlen, wankelen tocht, maar de grond onder de voeten verhardt, bij het woord, dat men weifelend zocht. Nu is het landschap stil en volkomen; het roert niet, en, terwijl men schrijft, wordt het steeds nog, steeds nog klaarder, tot het voor altijd blijft. Vorige Volgende