De Gemeenschap. Jaargang 3
(1927)– [tijdschrift] Gemeenschap, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 42]
| |||||||||||
I.
| |||||||||||
Spelers:
| |||||||||||
Miemen:
SPEAKER.
('n plezante pater komt met 'n dik boek en zet zich op 't voortoneel naar 't publiek toe:)
Zodus als ik gelegenheid heb om uit de keuken weg te ritsen waar ik de soep kook voor 't welzijn van mijn order, lees ik in dit uitstekend boek, dat het leven der heiligen is .... Ziehier het meest wonderbaar boek dat | |||||||||||
[pagina 43]
| |||||||||||
bestaat, 'n buitengewoon boek, de schoonste roman van menselike en goddelike avonturen, 't Loopt over van poëzie en bovennatuurlikheid! (hij gaat zitten) ....Mijn ambisie zou zijn van ook mijn leven in zo'n boek geschreven te zien .... maar men zou b.v. kunnen vertellen .... dat ik m'n soep liet aanbranden! .... 't Is heel moeilik 'nen heilige te zijn .... zelfs 'ne goede kristen .... en zelfs 'n heel gewone kristen! .... (hij zucht) ....Troosten wij onsGa naar margenoot+ en lezen wij het stichtende, verbazende leven van de vader van ons order! .... (Hij zet z'n bril op.) Dan ging Fransiskus naar Rome bij de Paus! Arme Fransiskus, die zelfs geen priester was! Wat ging de H. Vader doen? .... Hem wegjagen? .... Lachen met die verlichte? En de ‘regel’? Wat hield die ‘regel’ in?.... Wat gingen de geleerde teologen zeggen van die schuchtere regel volgoten met de stem van Kristus? .... Maar zie, de Paus leest de regel!Ga naar margenoot+ Fransiskus beeft! .... Gaat het Vatikaan losbarsten in donder? ...... Neen ....
De H. Vader zegt dat men met zulke regel meer rechtvaardigen kan winnen dan de hemel er behouden kan! .... Vreugde van Fransiskus! Men luidt de klokken op St. Pieter! De kleine schuchtere Heilige wordt de aanvoerder des legers van het geloof! .... (Hij doet het boek dicht.)
Dat is schoon! .... Nee, ik zal nooit niet naar Rome gaan! .... Enfin, er moeten net zo goed lelike paters zijn, | |||||||||||
[pagina 44]
| |||||||||||
alsdat er heiligen moeten zijn!.... (Hij bladert in 't boek.) Dit isGa naar margenoot+ 'n aandoenlike historie! .... Luistert! Er was eens 'n ongelukkige broeder (onweer in de verte) .... door de duvel (hij zet z'n kap op) ....de geniepigen duvel achtervolgd!.... 'n Vrede duvel was dat, de grootste schobbejak uit de hel! .... Op zekere dag zat hij achter de broeder en mishandelde hem verschrikkelik! .... De broeder dacht dat het met hem gedaan was en met z'n Ziel! .... Maar hij heeft de kracht om Fransiskus te roepen! Fransiskus, die 1000 mijlen van daar was, verschijnt plots! Schrik van de duvel die de broeder los laat!
Fransiskus vet de duvel af, en de duvel gaat beschaamd lopen! De broeder is gered! Fransiskus helpt hem recht en brengt hem wankelend weer naar 't klooster, onfeilbaar toevluchtsoord! .... (Hij doet z'n kap af) .... Ik zweet ervan! ....
Dat maakt altijd 'n koddige indruk, die duvel-histories! .... (Hij bladertGa naar margenoot+ verder) O! .... ik hou meer van voorbeeldige geschiedenisjes! .... Wat is er meer ontroerend dan dat verhaal waar Fransiskus bedelt langsGa naar margenoot+ de straten! ....
Wat 'n vernedering! .... Wat 'n verheffing! .... Men houdt hem voor de zot, men geeft hem raad. En hij krijgt 'n stukske brood, hij krijgt ook veel scheldwoorden. Hij legt de scheldwoorden tussen z'n brood in plaats van boter en dat is 'n uitmuntende Fransiskaansche bo- | |||||||||||
[pagina 45]
| |||||||||||
terham!.... Helaas, meestal zijn het nog de armen die hem 'n aalmoes geven!
Fransiskus weet dat ook Kristus ellendig was; waarom zou hij blozen! .... Hij wil tonen dat het nutteloos is z'n leven te wijden aan stoffelike zaken,Ga naar margenoot+ en dat de Voorzienigheid waakt over de belangen van de honden langs de straat en van de arme heiligen! .... (Hij doet het boek dicht) .... En zeggen dat m'n broeders van geen aangebrande soep willen weten! .... De H. Fransiskus was zo lekker niet! (Hij zoekt in 't boek) .... WatGa naar margenoot+ is dit spannend! .... De kleine Fransiskus steekt de zee over: .... Hij gaat naar Afrika .... Zal men hem opeten? .... De drieste missionaris komt in 'n onbekende wereld! .... En zie, hij bevalt die dikke barbaren, en de zwarte koning weent hete tranen als hij 't verhaal hoort van de goede Jezus die op 't kruis gestorven is voor alle mensen, ook voor de negers! ....
En weldra straalt er 'n witte kerk in de woestijn en de klok doet de wilden zwijgen. Men gooit de lelike afgoden weg! ....
Macht van de kleine broeder Fransiskus die Kristus doet triomferen aan | |||||||||||
[pagina 46]
| |||||||||||
de uiteinden der wereld! .... (Hij doet het boek toe) .... Wat zou ik dat ook geren doen! .... Maar de zwarte koning zou mij simpelkes in 'ne ketel gestopt hebben .... enGa naar margenoot+ ik zou 'n martelaar .... geworden zijn! ....
Wat ben ik nu ineens droefgeestig!Ga naar margenoot+ (Hij bladert verder) ....Ha! ....Hier is de wolf! .... Luistert! .... 'n Verschrikkelike wolf maakte de streek onveilig! .... 'n grimmige, monsterachtige wolf! .... Wat 'n bloed-bad! De lieden die de mirakelen van Fransiskus kennen, gaan naar hem en zeggen: Broederke, gij hebt macht over beesten, doe die wolf uitscheiden! .... En Fransiskus gaat in het hol van de wolf! .... Iedereen bidt voor hem, want ieder is zeker dat-ie niet zal terugkomen .... Die wolf is het beeld van de zonde die de zielen verslindt! .... Daar staan Fransiskus en het beest tegenover mekaar! .... Ik beef ervan! .... Neen, 'n gebaar is voldoende. De wolf gaat achteruit! .... Fransiskus zegt hem te gaan liggen. Hij gehoorzaamt. Fransiskus geeft hem een sermoon.
De wolf schreit, vol berouw: En weldra gaan de heilige en de wolf samen door, tot verbazing van alleman, en de wolf leeft 'n heel ordentelik leven! .... (hij slaat het boek toe.)
't Is ongelooflik! .... (Hij bladert weer) ....Maar er is nog 'n schooner verhaal! .... En aandoenlik, men kan nie meer .... Luistert ....
| |||||||||||
[pagina 47]
| |||||||||||
DE PATER.
....Broeder kok .... de soep brandt aan! DE PLEZANTE PATER.
Ai, ai, ai! (hij springt recht) .... ik ging juist het schoonste verhaal lezen .... dat van de bruiloft! .... (Hij loopt weg al roepend:) ....wat is dat .... 'n beetje soep .... vergeleken bij het leven van 'n heilige! .... Soep! .... Steekt daar nu 'n ideaal in! .... in soep! ....
Het opschrift wordt omhoog getrokken. - Orgel muziekbegeleiding. - Het doek gaat open.
Hierna komt het vierde beeldeke dat de Bruiloft is. | |||||||||||
II.
| |||||||||||
[pagina 48]
| |||||||||||
Spelers:
EEN PRIESTER
(gedempt)
Miserere! ....
ANDERE PRIESTER.
(ook zo)
Miserere! ....
DE 4 BROEDERS.
(in koor, luider)
Miserere! ....
STEM IN DE VERTE.
(krassend)
Miserere! ....
STEM TE MIDDEN DER ZAAL.
(met geweld)
Miserere! ....
STEM TEN EINDE DER ZAAL.
(ook zo)
Miserere! ....
(En het orgel vangt aan, heel vaag, 'n ‘Dies irae’. Deze muziek dient enkel om de stemming aan te dikken, en niet om de handeling te begeleiden.)
DE NACHTWACHT.
(komt van links met 'n lantaarn en roept)
De nacht gaat verzwinden -
De morgen daagt weldra! ....
Buite-mensen en mensen in de steden, staat op -
en looft God! ....
(Trompetstoot. De nachtwacht gaat heen.)
1e PRIESTER.
(op de toon van 'n gedragen en rietmies gebed)
... .Fransiskus! ....
neergelegen met het gelaat naar de hemelen
.... ziet gij de laatste dageraad? ....
I BROEDER
.... dageraad II BROEDER
.... dageraad III BROEDER
.... dageraad IV BROEDER
.... dageraad | |||||||||||
[pagina 49]
| |||||||||||
FRANSISKUS.
(zwakjes)
.... M'n ogen zitten vol van 't Kristilicht,
en de dageraad die komt is er 'n ewige!
2 PRIESTERS.
.... Fransiskus! ....
In uw gekruisigde ledematen,
lijdt gij in uw lichaam door de dood gestreeld? ....
I BROEDER
.... de dood II BROEDER
.... de dood III BROEDER
.... de dood IV BROEDER
.... de dood FRANSISKUS.
M'n lichaam is gebroken,
maar de banden die m'n ziele houden zijn gesprongen,
en m'n ziele heeft zingende vleugels!
I PRIESTER
Fransiskus,
Als uw lippen zullen dicht zijn,
wie zal er dan gaan onder de mensen
en zeggen de woorden die gij hebt gemaakt?
I BROEDER
.... woorden II BROEDER
.... woorden III BROEDER
.... woorden IV BROEDER
.... woorden FRANSISKUS.
.... Zolang onrechtvaardigheid heerst,
zullen mensen rechtvaardigheid minnen,
en zij die God minnen met liefde,
zullen altijd zeggen wat moet gezegd worden!
I PRIESTER.
Fransiskus ....
wat zullen wij zeggen tot de armen, wier koning gij waart,
tot de ontelbare armen! ....
I BROEDER
.... armen II BROEDER
.... armen III BROEDER
.... armen IV BROEDER
.... armen | |||||||||||
[pagina 50]
| |||||||||||
FRANSISKUS.
Zeg hun dat niet ik, maar onze Lieve Heer, hun koning en hun
vader is,
en dat niemand Kristus zal zien die niet arm is!
II PRIESTER.
Fransiskus ....
Gij die de drager van Lente waart,
de beesten en de bloemekens en de bomen en de bronnen vragen
ons wat ze moeten doen!
I BROEDER
.... Lente II BROEDER
.... Lente III BROEDER
.... Lente IV BROEDER
.... Lente FRANSISKUS.
Gij zult hen zeggen dat ik nu andere seizoenen ken,
gij zult hun zeggen de wereld te besprenkelen met vreugde,
en den Heer te dienen met hun zangen, hun kleuren en hun sap! ....
I PRIESTER.
Fransiskus. -! ....
Als gij bij God zult zijn, wat moeten wij doen,
en hoe moeten wij tot u spreken in onze gebeden? ....
I BROEDER
.... gebeden II BROEDER
.... gebeden III BROEDER
.... gebeden IV BROEDER
.... gebeden FRANSISKUS.
Als ik bij God zal zijn,
dan zult ge zingen met grote jubel,
gij zult de wens hebben mij te vervoegen,
en spreekt tot mij al fluisterend, en reik mij de armen.
Ik zal naar u luisteren.
En voor alles ween toch niet, m'n broeders; ween niet dan voor
't kruis ....
(Stilte.)
M'n broeders, ik ben gelukkig! - Zij nu stil! .... De stilte is zo goed,
en alles wat
Goddelik is heeft stilte in! .... M'n lichaam hangt vast aan de ganse
schepping ....
| |||||||||||
[pagina 51]
| |||||||||||
Dat is de ontwaking! ....
De eerste geuren stijgen en gaan open;
De eerste warmte ademt over 't land! .... In 't oosten scheurt de
nacht vaneen! ....
Het leven zwelt de aarde en de lucht! .... Dat is de louterings-
dageraad!
Mijn ziel vliegt heen met de laatste ster! ....
Zo hebt gij gewilt, Heer, dat ik sterve in het wondere opengaan van
de dag,
opdat ik in vervoering scheidde,
Geloofd zijt Gij, O Heer!
('n dikke straal dweerst de nacht. Het is 'n beetje minder donker. De haan kraait.)
STEM VAN DE NACHTWACHT.
.... Buite-mensen en mensen van de steden, staat op! ....
('n ver geroes dat niet meer ophoudt) (Het ‘Dies Irae’ zwijgt. Kerkklokken luiden voor de eerste mis.
De vier broeders zijn recht gestaan.) DE 4 BROEDERS
De zon! .... De zon! .... De zon! .... De zon! .... (de zon steekt nieuwe stralen op.)
FRANSISKUS.
De zon! .... Ik zie haar de afgronden doorboren;
de nacht klettert in stukken .... Triomf! .... Broeders,
arme mensen. Altijd zal het licht trioemferen! .... De zon! .... die mijn wegen
heeft verlicht, die uw wegen verlicht, alle armen van heel de wereld
op weg naar uwe bevrijding!
(De zon is of wel 'n fel verlichte schijf die heel de toneelfond vult, ofwel 'n vergulde speler die rondkruipt in het dekor en 'n schijnwerper draagt. Die schijnwerper zal hem dienen tot dans-tema, en licht werpen in de zaal, hebbend altijd harmonieuze bewegingen ....)
FRANSISKUS.
Aan U, O Heer, m'n laatste zang!Ga naar margenoot+
Ik heb Uw lof gezongen gedurende m'n leven,
Ik zing U lof tot in de dood! ....
Geloofd zijt gij, O m'n God, die de eerste duisternissen aanstaakt
| |||||||||||
[pagina 52]
| |||||||||||
en de verwarde planeten donderen deed!
Het gesternte zingt uw lof
en vlamt tot uw lof, en klinkt als siembalen u ten lof!
Geloofd zijt gij, O mijn God, Meester der stormen en sieklonen.
Gij die kunt maken en weer te niet doen,
Gij die de geboorte en de vernieling van 't heelal in U draagt! ....
Geloofd zijt Gij, O mijn God, voor alles wat gij levend heb gemaakt,
Voor alles dat verandert volgens Uw wet,
Voor alles dat bestaat en bedrijvig is!! ....
Geloofd zijt Gij, die de mens schiepGa naar margenoot+ uit klei
en 'n onsterfelike ziel hem gaaft in z'n sterfelik lijf! ....
Geloofd zijt Gij, in de volkeren en hun smarten
en hun nederlagen en hun toppunt van roem! ....
Geloofd zijt Gij, O mijn God, door de zee en de winden
en de bergen, en al dat getuigt van uw ondoorgrondelik genie.
Geloofd zijt Gij, O mijn God, in de bloemen en grashalmen,
het gepluimte en de wol, het koren en de vruchten,
de lachjes van het kind, het lied van de moeders
en het zweet van de mannen.
| |||||||||||
[pagina 53]
| |||||||||||
Geloofd zijt Gij, O mijn God, in de menselike dromen
en de dichters;
Geloofd zijt Gij om uw beloften van ewigheid, vergiffenis,
en om Uw onbegrijpelijk offer!
Geloofd zijt Gij mijn God, in de dood en de graven,
en de honger en de slavernij en de wanhoop!
Geloofd zijt Gij in uw stralend licht! Verrijzenis! ....
O Zon, m'n broeder! .... ik prijs u, en de witgloeiende Naam
Van God staat geschreven op uw schijf! ....
Hemelse aalmoes!
Goed licht der armen, goeie warmte der armen,
hefboom der oogsten, siembool van de waarheid,
Ik prijs u om uw milddadigheid,
uw grootmoedigheid,
uw gulheid.
Ik loof u in uw heerlijke opgang,
in uw koninklike aureool,
in uw kroning!
O, landbouwer, openbaarder, vuurgloed van vreugde,
Hostie!
Lof! .... Lof! .... God! ..... Zon! ....
Wat 'n morgen! .... Ik ben zat! ....Ga naar margenoot+
Zat van U, O God, die me teken doet! ....
(Hij valt neer dood).
| |||||||||||
[pagina 54]
| |||||||||||
goede reis, broerke! ....
goede reis ....
goede reis! ....
DE NACHTWACHT
Mensen van de steden! Buitemensen! .... Staat op! ....
Aan de arbeid! .... De zon is opgestaan! ....
De goede dag! .... De dag zal schoon zijn! .... Slaap niet meer! ....
Het is tijd, het is hoog tijd om op te staan! ....
(trompet-stoten)
HET DOEK VALT HEEL SNEL.
|
|