De Gemeenschap. Jaargang 2(1926)– [tijdschrift] Gemeenschap, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 329] [p. 329] Potemkin in het zwarte stuiven van de ruimen, in de bedorven slaaplucht van de bak, op de boegspriet waaronder de wateren schuimen, voor het roode vuur, dat zingend openbrak: tusschen de spiegel en de steven in het harde duister van de haat, werd het bloed tesaam gedreven in een nieuwe, ongekende maat. En toen de wet brak die de vaders leerden: van eindelooze dienstbaarheid; toen de tijden zich in één seconde keerden: een front van moedige wanhopigheid, het bloed is gaan zingen: een nieuwe zang die duurde een nacht en een wereld lang toen draaide op de verre horizon de hooge boeg van het schip; een stijl en bergachtig land begon aan een vreemde, verlaten klip. als nieuwe dieren tastten de loopen van het kanon het licht kwam de hooge zeeën doopen, de dag begon. ALBERT KUYLE Vorige Volgende