Men heeft 't over ....
‘Neem nu eens zoo'n Zondag Laetare. Dan kom je toch ineens midden in de Vasten niet aan met een geweldige meerstemmige Paaschmis, al mag je dan op dien Zondag eens wat meer doen. Begeleidt dan het Gregoriaansch desnoods met orgel voor die gelegenheid, maar laat de begeleiding dan weer niet àl te modern zijn.’
Uit dit citaat, ontleend aan een ‘Tijd’-intervieuw met den nieuwen voorzitter der St. Gregoriusvereeniging, pastoor Th.M. Beukers, blijkt dus dat de geachte deskundige de ‘moderne’ begeleiding van het Gregoriaansch min of meer feestelijk vindt? Dat is zooiets als vroeger bij een van z'n collega's het beroemde verminderde-septiem-accoord, dat niet aan 't eind van een periode in het Credo mocht staan, ‘omdat het twijfel uitdrukte’.
Waarlijk, onze prille jeugd moet nog veel leeren!
Van hetzelfde leer een riem, als de intervieuwer op zijn beurt z'n deskundigheid manifesteert door te vragen: ‘Maakt het tonale Gregoriaansch de zangers niet ongeschikt voor de atonale muziek?’ De heer interviewer bedoelt natuurlijk ‘modaal’ en ‘a-modaal’; maar dat is héél, héél iets anders, analoog met de fout van 'n schilder-criticus, die ‘kleuren’ met ‘lijnen’ zou verwarren.
Als er propaganda voor het Gregoriaansch gemaakt moet worden, wat natuurlijk zeer loffelijk is, dan moet het toch maar liefst op een doordachte en zaakkundige wijze geschieden, anders raken wij nog verder van huis. Overigens is 't een goeie mop, Gregoriaansch en Atonaal, Liefde en hypotheek!
L.L.