De Gemeenschap. Jaargang 1(1925)– [tijdschrift] Gemeenschap, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 284] [p. 284] Prelude Okom nog eenmaal weer wanneer de eland door de roode bessen rent. Ik heb U in de eenzaamheid erkend daal naar mijn bosschen neer! Kom met de dauw, kom in het roode uur; mijn zangen enden aan de horizont mijn borst is gewet aan het vuur. Kom in de prille wind, als alle huizen hol staan van verlangen; kom in de lach van een kind, als aan mijn borst de slingerhop gaat hangen. Mijn spieren rekken in dit gure tij en om mijn hoed ligt nog je strependoek van zij. De wolken scheuren aan de maan, mijn longen hijgen in de winden, ik ben als een hond op Uw spoor gegaan en kon niets dan Uw geuren vinden. O, kom nog eenmaal weer, wanneer de eland door het herfstvuur rent. Ik heb U in de eenzaamheid erkend, daal naar mijn bosschen neer! Juli 1925. ALBERT KUYLE. [pagina 286] [p. 286] PORTRET VAN HENK WIEGERSMA · LINO DOOR OTTO VAN REES Vorige Volgende