nijverheid het meest onder dit regiem moesten lijden, in opstand kwamen, zijn voor het eerst de oogen van de fabrikanten opengegaan. En niet alleen in de kringen van hen, die direct bij het conflict waren betrokken, maar ook bij geestverwanten in den lande, baarde het verzet van de textielarbeiders groote verwondering.
In No. 3 van de Mededeelingen voor de leden der vereeniging van Katholieke werkgevers in de textielnijverheid, wordt niet zonder schrik geconstateerd:
De steunactie van St. Lambertus bracht tot en met 15 Maart de belangrijke som op van ƒ 111.948.91½. Elke week wordt het cijfer grooter. In de week van 10-15 Maart werd niet minder dan ƒ 11.041.90½ opgebracht.
En verder:
Cijfers omtrent de sommen door de organisaties uit de stakingskassen uitgekeerd, zijn tot nu toe niet bekend, terwijl evenmin juiste gegevens in ons bezit zijn omtrent de enorme bedragen, die de Twentsche gemeenten, krachtens de Armenwet aan de behoeftige uitgeslotenen, hebben uitgekeerd en nog steeds uitkeeren.
Het begrip solidariteit manifesteerde zich hier voor en door een grootere menigte, en het was begrijpelijk, dat dit angst eenerzijds, en blijde verbazing anderzijds verwekte.
Terwijl in Twenthe de bleeke textielarbeider, met alle energie die hij overhield uit een tijdperk waarin niet de schande dezer onpersoonlijke dienstbaarheid op hem drukte, zich verzette, krampachtig wòrstelde tegen de zware druk van geldelijk en maatschappelijk overwicht, rijpte ook in werkgeverskringen een klein solidariteits-vruchtje. Het was echter van een gansch andere kleur en minder saprijk.
Héél de arbeidersbevolking droeg wekelijks zijn penning bij, en laat in den avond, na een zware werkdag, liepen de mannen nog met een steunlijst langs de deuren, om komende week weer een groote som te kunnen verzenden aan de kameraden, die de eerste klap op moesten vangen van de reactionnaire stormloop, die nog niet is gestuit.
De werkgevers deden het nètter, en ànders. Die schreven.
Een adres. Uit hetwelk het meest frappant was, de klaarblijkelijke vrees voor het ‘open boek’.
Het ontwerp van wet, houdende bepalingen tot bevordering van de vreedzame bijlegging van geschillen over arbeidsaangelegenheden, en tot het voorkomen van zoodanige geschillen, vonden de heeren zéér gevaarlijk.
Voor wie nuchter de zaken ziet, is het geloof aan een absolute onpar-