De Gemeenschap. Jaargang 1(1925)– [tijdschrift] Gemeenschap, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 61] [p. 61] Nacht De gore vogel der nacht boort mijn brein af. Dit verstikkend draf, die felle vlerk op weeke strot, worstelend om Uw kracht, God, in de heete sheherazade der donkere uren van dit vroege graf, om een witte genade: schel pantser voor het diepe gluren en de dwingeland tegen het bed tergende klop. Richt mij toch op, als uw aartsvader achter de rivier, die mijn handen bedelend schuif langs den muur vreemd en eenzaam bleek als papier in den zwarten tuimel van het wentelend uur. De aalmoes der witte genade: aan den killen wand de smart van het kruis en een krans van kralen brachten mij thuis. JAN ENGELMAN. Vorige Volgende