De Gemeenschap. Jaargang 1(1925)– [tijdschrift] Gemeenschap, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 60] [p. 60] Luchtschip Droomloos licht der tijdelooze dagen heeft de schaduw over den oceaan geschoren, fijn gonzend de motoren met lange vlagen als verloren muziek achter een gordijn verwezen en melancholiek. Hooger hief het hemeldak zijn strengen: zij wilden zich eindeloos verlengen, een nieuwen wereldbal te vinden in het mateloos ontbinden der ongespannen ruimte-dalen. Imperatoren sterk en goed in stille zege langs den ademloozen nacht, doorschenen handpalm, vurend bloed: sterren als pepiljonacaeën, versch uit een vrouwe-hand gewuifd naar den uitersten rand der aarde en een maan van kuischen schrik met rillend spectrum overhuifd. Op een morgen zoog de planeet hen weer vast: o, dit oud verband! Oogen die niet herkenden zee aan de schouders van het land en de sereene mathematiek van New-York: vergeten begrip van eeuwig grenzen. Handen woeien als vlaggen - maar de schoone zucht van het roer toen koninklijk en subliem het schip de poort-span bevoer! JAN ENGELMAN. Vorige Volgende