Een geheel nieuw liedeboek van het roosje(ca. 1796)–Anoniem Geheel nieuw liedeboek van het roosje, Een– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Klacht van Damon op het Graf van Philida. Wys: Slaapt gy nog myn Welbeminde. 1.[regelnummer] O myn dierbaarst zielbehagen, Gy rust hier in 't sombre graf, En ik moet wanhoopend klaagen, Verdiende ik ooit zo zwaar een straf, Zult gy nooit myn stem weer hooren, O myn tedre Echtgenoot! Zyt ge altoos voor myn verlooren Dit valt harder dan de dood. 2.[regelnummer] Misschien ziet ge uit 's Hemels zaalen, Treurig op uw Damon neer. Hemel 'k bid u duizendmaalen, [pagina 8] [p. 8] Geef my myne Ega weêr, Hoort gy dan niet na myn kermen, Ben ik uwe gunst onwaard? Ach betoon dan u ontfermen, Om myn kroost door baar gebaard. 3.[regelnummer] Het teder kroost met schreiende oogen, Roept gestadig meer en meer, Vader hebt tog mededogen, Geef ons onze Moeder weêr. Hunne klagt doet my bezwyken, 'k Zie en hoor niet als geween, Wanneer zal my dit ontwyken? Hemel, ach! waar vlucht ik heen? 4.[regelnummer] Vluchten!.... neen! 'k wil liever sterven By het graf van Philida, Deeze plaats kan ik niet derven, Alles boeid my, waar ik ga. Philida, myn vreugd, myn leven, Hoort gy dan niet na myn klagt, Waarom my dan 't kroost gegeven, Dat steeds jeugdig my veracht. 5.[regelnummer] Moest gy in uw jonge jaaren, Reeds ten prooi der wormen zyn, Natuur, deed gy dan saam vergaaren Zoo veel schoonheid, slegts in schyn. Uwe lieve flonkerende oogen, Staarde me altoos teder aan. Hemel kunt gy zulks gedogen, Dat zy moest ren grave gaau. 6.[regelnummer] Maar 'k doe niet als vrugteloos smeeken, Niemand stoord zig aan myn beê, Myne kragt is reeds bezweeken, Vond ik hier myn legersteê. 'k Zal nu naast myn Ega slaapen, Weder met haar zyn verëent. Hemelvreugd zou ik dan raapen, Hier, hier naast haar kil gebeent. Vorige Volgende