't Geestelijck kruydt-hofken
(1657)–Anoniem Geestelijck Kruydt-hofken– Auteursrechtvrij
[pagina 466]
| |
Op de wijse: Nu laet ons allegaer danckbaer zijn.
WIlt hooren een gelijckenis
Van Moyses, met den Heere:
Moyses noch in zijn jonckheydt, is
Vervolght van Pharao seere;
En Iesus heeft oock in de vlucht
Gheweent, geleden, en gesucht,
T' ontgaen Herodes handen,
Soo verr' in vreemde Landen.
Moyses werdt groot geacht, ge-eert
Van Pharaos Hovelingen:
De Wijsen hebben haer verneert,
Om Christo gaven brengen,
In beyden des geboorten tijdt,
Maecken veel Moeders groot gekrijt,
Haer kinderkens hun deerde,
Die men tyranniseerde.
Moyses ontvloodt des Wereldts vreught,
En al d' Egyptsche Rijcken:
Iesus en achte geen geneucht,
Die Sathan dede blijcken:
| |
[pagina 467]
| |
Moyses die quam uyt Median:
Wt Galileen quam Iesus an
De Leere te verkonden,
Daer elck toe was gesonden.
Sy vasten veertigh dagen lanck
In eenderley Woestijne,
Een stemme uyt den Hemel klanck
Tot voordeel van haer mijne:
Moyses heeft met der Zee en Wolck
Gedoopt een menighte van volck:
Soo deed' Iesus die scharen,
Dat zijn Discipels waren.
Moyses die heeft den hongers noot
Met Hemels broot verdreven:
En Iesus heeft met weynigh broodt
Veel voedsel konnen geven:
Haer beyde Leer had groote kracht,
Sy waren beyd' van herten sacht
Sachtmoedigh goedertieren,
Ootmoedigh van manieren.
Beyd' hadde liefde haer doorwont,
Dat sy haer Zielen gaven,
Op dat haer volck mocht zijn gesont:
En voor al dit beslaven,
Hoordens' veel woorden, en gekijf,
Ia schier de steenen op het Lijf,
Sy zijn dickwils geweken
Der menighten gebreken.
't Ghebedt was haeren toevlucht weest
Op Bergen en in Velden,
Gheen Wolven hebben sy gevreest
Die hare Schapen quelden:
En als sy souden henen gaen,
Met voordacht hebben sy gedaen
| |
[pagina 468]
| |
Een lieffelijck vermanen,
Met vaderlijcke tranen.
Op Pisga Moyses is gegaen,
Als tot een offerhande:
Gelijck als Iesus heeft gedaen
Daer hem de liefde brande:
Haer lichaem beyd' uyt d' oogen bleef,
En als een Wolcke henen dreef,
En werden wech genomen
Tot voordeel van de vromen.
|
|