't Geestelijck kruydt-hofken
(1657)–Anoniem Geestelijck Kruydt-hofken– Auteursrechtvrij
[pagina 37]
| |
Op de wyse: Broeders en Susters en vreest doch niet, &c.
O Ghy mijn alder liefste schoon,
Komt tot my in 's Hemels troon,
Daer u is bereydt
Een tafel met Hemel spijse ydoon,
In eeuwigheydt.
Voor al u treuren en verdriet,
Dat u ter Werelt is geschiet,
Sult ghy ontfaen
Een Kroone op u hoofde siet,
In vreughden gaen.
Komt en aenschout de Hemelsche stee,
En die heylige Engelen mee,
In vrolijckheydt,
Ick heb verhoort u heylige bee,
Door mijn goetheydt.
Aenschout die vreugde in eeuwigheyt,
Die u van begin is bereydt,
Mijn lieve Bruydt;
In mijn Heerlijcke Majesteyt
Hoort mijn geluyt.
Nu zijt ghy, Bruydt, van 't eeuwige wee:
Bevrijt, en sult blincken als snee,
Met zyde bekleedt
In die eeuwige vrolickhee,
Die niet vergeet.
|
|