Een geestelijck liedt-boecxken
(1616)–Anoniem Geestelijck liedt-boecxken, inhoudende nieuwe liedekens– Auteursrechtvrijinhoudende nieuwe Liedekens, nu anderwerf ghedruckt, verbetert ende vermeerdert met eenige nieuwe Leysenen, nae ghelegentheyt der Hooghtijden
Een Gheestelijck Voorsang-liedt,Op de voys: Alst begint.
CHristus is de wijnstruyc soet, almachtigh, Ga naar margenoot+
Sijn Vader is een Acker-man
wat rancxken hier geen vrucht en draegt aendachtigh, ←
Die salt na rouwen, siet dit an,
| |
[Folio I3v]
| |
Wat Rancxken goet in hem can blyven
Dat brenght sijn vrucht tot sijner tijt,
Dus blijft in hem(wildy beclyven)
Door liefd en deught, u ziel verblijt.
Ga naar margenoot+Christus is die Fonteyn van genaden,
Dus tot hem comt eert wort te laet
Hy en wil den Sondaer niet versmaden,
Ga naar margenoot+Die met betrouwen tot hem gaet
Wie tot hem gaet die wort onthouden
Dus hem aenroept, vroegh ende spa
Hy is verghever van haer zonden
Wt liefden, die hem volghen na.
Ga naar margenoot+Christus is den wegh ten eeuwich leven
wie tot hem comt, die wort verlicht
Tot liefd' en deught, sal die hem begeven
Doort clear inwendigh schoon ghesicht
Ga naar margenoot+Dat Godt die siel sal openbaren,
Van die, die reyne deught bemint
Die deught doet vreught by een vergaren
int hert van hem, die deught begint.
Christus bat sijn vader hoogh verheven
Ga naar margenoot+Doen hy hem offeren soude gaen
Dat sy, die hem waren ghegheven,
Sijn woorden sijnde onderdaen
In hem vereenicht mochten wesen
Bewaert voor alt' sweerelts verdriet,
Dus bidt hy noch voor die hem vresen
Maer hy badt voor die weerelt niet.
Ga naar margenoot+Princen de weerelt is als te vooren,
Ga naar margenoot+Vol zonden ende boosheyt quaet,
Maer die van Godt hier is uytvercoren,
| |
[Folio I4r]
| |
Dien schout de zond' en 'sweerelts raet
Want Gods getuygh heeft hy van binnen
Daer hy altoos nae leven moet
Of so hy dooit, sal noch beginnen,
Te soecken rust in sijn ghemoet.
|
|