Gheestelijcke Harmonie(1722)–Anoniem Geestelijcke harmonie– AuteursrechtvrijVan veel-der-leye en uyt-gelesen, soo Oude als Nieuwe, Catholijcke kerckelijcke Lof-sanghen, Leysenen, ende Liedekens op die principaelste Feesten ende Getijden des Jaers, die men in't Vorstendom Cleven by den Catechismus singht Vorige Volgende [pagina 159] [p. 159] C V I. Dat Salve Regina. GEgroet zijt ghy Edele Koningin Der menschen en der Engelen, Een Moeder der bermhertighen, Dat leven onse hoop en soetigheydt. Dat, etc. Wy elende kinder Eve, schreyen tot dy, Met treuren ende weenen suchten wy, In desen elenden jammerdal, Vergieten onser tranen sonder tal. Vergieten etc. Eya onsere voorsprekerin Dijn heyliger Naem leyt ons in sin, Wende op ons dijn bermhertige oogh, Dijn Moederlijck hart aen ons kinderen toont, Dijn, etc. Na desen Elendt ons genadigh besoeck, Toont ons Jesum dijn gezegende vrucht O goedige, o milde Jongfrouw: O allen houdsalighste Maria, O aller soeteste Maria. Vorige Volgende