Gheestelijcke Harmonie(1722)–Anoniem Geestelijcke harmonie– AuteursrechtvrijVan veel-der-leye en uyt-gelesen, soo Oude als Nieuwe, Catholijcke kerckelijcke Lof-sanghen, Leysenen, ende Liedekens op die principaelste Feesten ende Getijden des Jaers, die men in't Vorstendom Cleven by den Catechismus singht Vorige Volgende X C I. Van't Heyligh Sacrament des Autaers. Pange lingua gloriosi. MYn tongh wilt met vreugden klingen Dat geheym'nis des lijfs zart, En van duyren bloet oock singen, Dat die lijfs vrucht edler aert Aller werelt dat heyl te bringen, Heeft vergoten onverspaert. Nobis Ons geboren, ons gegeven, Vyt een Maget onbesmet, In dees werelt was sijn leven, Sijn woort planten hy seer net, En sijn wandel daer beneven, Heeft hy wonderlijck beset. In supremae [pagina 134] [p. 134] In dat lesten Avonts eten, Als hy by sijn Jongers sat Dat geset wort niet vergeten, Doe hy dat Paesch Lamken at: En gaf tot een spijs vermeten Sich selfs als een kostelijck schat. Verbum 't Woort vleisch sijnde heeft waerachtigh, Dat woort van't broot vleisch gemaeckt, En van wijn sijn bloet seer krachtig, Dat niet en mach sijn gelaeckt, Want een hert twijffelachtig Door't geloof tot sterckheyt raeckt. Tantum Laet ons ootmoedigh aenbeden, Soo een weerdigh Sacrament: En voor d'oude Wet met reden, Laet die nieuw ons sijn bekent, Ons verstant moet t'allen steden Door't geloof sijn ongeschent. Genitor Den Vader en Soon gepresen: Sy lof en jubilatie Saligheyt ter kracht midts desen: Daer sy oock benedictie, Die van beyden komt geresen Sy gelijcke Laudatie. Amen. Vorige Volgende