Gheestelijcke Harmonie(1722)–Anoniem Geestelijcke harmonie– AuteursrechtvrijVan veel-der-leye en uyt-gelesen, soo Oude als Nieuwe, Catholijcke kerckelijcke Lof-sanghen, Leysenen, ende Liedekens op die principaelste Feesten ende Getijden des Jaers, die men in't Vorstendom Cleven by den Catechismus singht Vorige Volgende [pagina 60] [p. 60] Van dat Nieuw Jaer. MEt desen nieuwen Jaere, Soo wort ons openbare Hoe dat een maget vruchtbare, Die werelt heeft verblijdt? Gelovet moet zijn, dat soete Kindekijn, Ge-eert moet zijn, dat soete maeghdekijn, Nu en eeuwiglijck tot aller tijdt. Hoe wel was haer te moede, Dat sy met vleesch en bloede, Aensach hares hertzen hoede, Den Heere gebenedijdt. Gelovet, etc. Sy baerd' hem sonder pijne, En bleef een maget fijne, Des sondaers medecijne; Des hebben de Joden nijt. Gelovet, etc. De Engels songen schoone, Glori al in den throone, Ter eeren, en ter kroone, Des kint gebenedijdt. Gelovet, etc. Als acht dagen waren geleden, Doe wert Iesus besneden, Al na der Joden seden, d'Welck ons van fodden vrijt. Gelovet, etc. Vyt Orienten Landen, Quamen ter offerhande Dry koningen onbekande, Godt sy gebenedijdt. Gelovet, etc. Vorige Volgende