Geestelijcke harmonie(1637)–Anoniem Geestelijcke harmonie– Auteursrechtvrijvan veelderley ende uytghelesene soo oude als nieuwe Catholijcke Kerckelijcke Lofsanghen, Leysenen ende Liedekens, op die principaelste Feesten en getijden des Iaers, die men in’t Vorstendom Cleve by den Catechismus singht Vorige Volgende CVI. Sunamite. Svnamite keert weder, Gedenckt dat ick om u, wt liefde teder Ben gecomen hier neder, Ghy sijt mijn lief ‘k Hebt u genoech bewesen, Gaet ghy kunt het wel lesen In al mijn sinnen, Sult ghy gheschreven vinnen, Sunamite, Sunamite, Sunamite Mijn minne. Wie ben ick slijck der aerde Voor u mijn Heer soo goet, soo groot van waerde Die my wel eertijts baerde, Met sulcken pijn [pagina 150] [p. 150] In mijn is niet te vinden Waerdich voor mijn beminde Vol van misdaden Is lijf en stel beladen, Mijn beminde, mijn beminde, mijn beminde Ghenade. Keert weerom, van u sonden Sal ick u wasschen af in korter stonden Met het bloet van mijn wonden. Keert maer weerom, Keert maer weerom, vriendinne, ‘k Sal u weerom beminnen Meer als te vooren, Waerom gaet ghy verloren Sunamite, Sunamite, Sunamite Wtverkoren. Vorige Volgende