Gard Sivik. Jaargang 7
(1964)– [tijdschrift] Gard Sivik– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 14]
| |
[pagina 15]
| |
(I remember Anna)De de Vliegerstraat is een straat
waar ik zelden of nooit iets te zoeken heb.
Ik rij er langs, dat is alles.
Ik rij er regelmatig langs, dat is een feit,
en altijd moet ik even denken
aan Johanna F. Vrugt
en het benedenhuis op nr 50 a.
Ik ben er 1,
hooguit 2 keer geweest.
Het stierf er van de katten.
Ze lag altijd in bed
of op een divan onder de dekens.
Ze was altijd ontzettend hartelijk.
Ik vond haar ontzettend lelijk en ontzettend aardig.
Maar laten we eerlijk zijn:
schrijven kon ze niet.
Deze welgemeende regels
schoten me te binnen
onder het genot van een kopje espresso in de Bijenkorf.
Ik heb geen pen en papier bij me.
Ik ben speciaal voor Anna Blaman
overgestoken naar het postkantoor.
De ballpen is eigendom van de P.T.T.
Op een van de lessenaars
ligt een zakje van de HEMA.
Ik scheur het open
en vul het met mijn hanepoten.
| |
[pagina 16]
| |
(De wet)Gijsbert Karel van Hogendorp (1762-1834) is,
u moet het weten,
‘ontwerper van Neerlands grondwet,
voorstander van vrijen handel,
trouw aan Nederland en Oranje’.Ga naar voetnoot*
Deze Gijsbert Karel van Hogendorp
zat eerst in de tuin van onze sociëteit.
Onze sociëteit is al lang gesloten
door een geintje met de politie.
Gijsbert Karel van Hogendorp is weggepromoveerd
naar de Beurstrappen.
Snotapen klimmen op zijn schoot.
Doorzakkers pissen op tegen hem
en tegen de grondwet van 1814.
| |
(De wet 2)En passant
amuseer ik mij.
Soms
knijp ik 'm als een ouwe dief.
| |
[pagina 17]
| |
(Reclame)Het is, als ik het goed heb,
vijf jaar geleden.
Ik kreeg de opdracht een tekst te schrijven
voor de V.V.D.
Ik weigerde en argumenteerde
met een vage theorie over ‘principes’.
Ik vraag me af wat ik nu zou doen.
Ik zou het waarschijnlijk doen.
Een politieke partij is ook een product.
Ik zou het doen.
Voor de V.V.D.
Maar ook voor de Partij van de Arbeid
en hoe ze verder mogen heten.
Maar ze moeten wel goed betalen.
| |
(Gelukkige dagen)Gisteravond naar Beckett geweest.
Dat gaf te denken.
Als je uren tot aan je oren
in een moeilijke materie zit,
is een pauze geen luxe.
Om kwart voor elf stonden we weer op straat.
Tot vier uur doorgezakt
en met een taxi naar huis.
| |
[pagina 18]
| |
(In de espressobar)
Kind: ‘Wie was die meneer?’
Moeder: ‘Die meneer kent mammie nog van vroeger,
toen mammie nog niet getrouwd was’
| |
(In het warenhuis)
Verkoopster: ‘Zal ik het prijsje er af halen?’
Klant: ‘Nee, laat u het prijsje er maar opzitten’
| |
(In de lunchroom)
Kind: ‘Waarom maken ze van die hoge gebouwen?’
Oma: ‘Dat vinden de mensen mooi, kind’
| |
[pagina 19]
| |
(Vormgeving 2)Ik zie poëzie
als een vorm onder vormen,
een ding onder dingen.
| |
(Poetry in motion)Allicht,
ook de poëzie moet bewegen,
het is immers een en al beweging?
| |
(Writers at work 2)Zelfs de Heilige Theresia zei:
ik bid beter
in een comfortabele omgeving.
| |
Opmerkingen(Gelukkige dagen) verscheen eerder in het Algemeen Dagblad en is opgedragen aan Andrea Domburg en Ferdi Posthuma de Boer. (I remember Anna) is opgedragen aan Cees Buddingh'. Het eerste gedicht over (Vormgeving) staat in Gard Sivik 27. Het eerste gedicht over (Writers at Work) staat in mijn bundel Met Andere Ogen (uitgave Heijnis/Zaandijk, 1961). |