over het lijk van de renaissance
armando
‘Een ware ontwikkeling, zoals bijvoorbeeld die van een plant uitgroeiend van een sprietje tot een vertakt organisme, vertoont in iedere phase het beeld van alle vorige phasen: het totaalbeeld wordt gecompliceerder. Het culturele proces van onze samenleving daarentegen vertoont in iedere phase een vernietiging van de vorige, en gaat steeds naar steeds grotere vereenvoudiging.’
Constant in Reflex II.
Het werk van de schilder Jan van Eyck († 1441) beschouwt men als het magistrale begin van de (Noordelijke) Renaissance. Top van zijn oeuvre: ‘De Aanbidding van het Lam’ (St. Bavo, Gent). Dit altaarstuk bevat alle elementen, die in latere jaren en eeuwen geïsoleerd zullen worden en een eigen, autonoom bestaan zullen gaan leiden: het portret, het landschap, het stilleven.
De kunst van de 20e eeuw, de ‘moderne kunst’, bracht verdere autonomiseringen uit voorgaande genres: het gebaar, de penseelstreek (‘der Maler malt das Malen’), de vlek. Verdere autonomiseringen zijn niet mogelijk. Het einde van de Renaissance.
De polariteit tussen het Apollinische en het Dionysische, scheef dr. H.L.C. Jaffé, is een renaissancistisch principe. Eenvoudig gesteld: het dualisme verstand-gevoel deelt de geschiedenis van de renaissancistische conceptie onverbiddelijk in tweeën. Voorbeelden: Vermeer-Rembrandt (17e eeuw), Ingres-Delacroix (19e eeuw), Cezanne-van Gogh (eind 19e eeuw, begin van de ‘moderne kunst’), Mondriaan-Soutine (20e eeuw).
Constant in Reflex II: ‘De kunst van Mondriaan berust op hetzelfde aestetische beginsel als de kunst van Leonardo da Vinci, maar tot het uiterste vereenvoudigd’.
Pas na de expressionistische revival na de oorlog (Cobra) werden de twee lijnen konsekwent doorgetrokken en samengebracht (De Nieuwe Tendenzen, gebundeld in de Nulbeweging).
De dood van het Dionysische principe. De actionpaintings van Pollock (‘Jack the Dripper’) en Matthieu (autonomisering van het gebaar en de vlek) brachten de uiterste konsekwentie van het Dionysische principe. Er is geen principieel verschil tussen een vergroot fragment van Van Gogh en een Appel: autonomisering.
De monochromen van Yves Klein (blauw, rood, goud, welbewust geïnspireerd op de vroeg-Renaissancisten: autonomisering) staan op het eind van de Apollinische lijn. Laatste polariteit dus: Yves Klein's monochromenaction painting, abstract expressionisme en Cobra-beweging.
Het einde van de Renaissance.
Yves Klein, onderschat voorloper, deed meer. Zijn schilderen met naakten was een absurdering van de action-painting, een reactie op de lijfelijkheid van de actionpainter. Hij dirigeerde.
Een stroming is o.a. een reactie op een