Gard Sivik. Jaargang 5
(1960-1961)– [tijdschrift] Gard Sivik– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 36]
| |
cornelis bastiaan vaandrager / trailerGa naar eind*Jongetje op terras krijgt slok limonade, bijt in glas en loopt bloedende jaap in koon op. Vader probeert uit scherven en scherfjes glas te rekonstrueren: heeft kind glas ingeslikt? Hier heeft ze de handle van de noodrem overgehaald. Het ronde liftruitje stopt juist voor het beton van de eerste etage (eerste etage). Niemand die zich lang afvraagt waar de lift blijft. Is wel vaker defekt. Deur sluit zeker niet goed. Nemen we de andere lift. Heb je wel eens meer liefde gemaakt in een lift? Dans l'ascenseur. Waarom zet je de piek up niet op een tafeltje? De baby verziekt alle platen. Kijk nou wat een krassen! En aan de andere kant overdrijf je weer: als we geen platen meer draaien, stekker uit het stopkontakt halen en de deksel er op. Ze zeggen me al heel vriendelijk gedag. De bakker, de melkboer. In de hall, op de galerij, voor het keukenraam. En me de zenuwen laten schrikken met hun gebel. Uren in het portaal zitten wachten. Een kinderwagen, een slee. Maar ik durfde, wilde niet gaan slapen. Hoe vaak ik de trap niet afgelopen ben om op de stadhuisklok te kijken. Halverwege de zesde en vijfde. Ik durfde ook niet de galerijdeur te openen. Ik wist niet zeker of je alleen terug zou komen. Tenslotte maar een briefje gekrabbeld. Touwtje van de deur, op mijn tenen de kamer in, briefje onder je hoofdkussen. De tweede week, geloof ik. In ieder geval waren we nog niet (tweede etage) met elkaar naar bed geweest. Ik ken liften in Antwerpen, die minstens de helft kleiner zijn. Kun je hooguit met z'n tweeën in. En dan sta je nog vlak tegen elkaar aan. Eerst twee harmonikahekken dicht trekken, anders zet de lift zich niet in beweging. Onderweg kun je aan alle kanten zien wat je passeert. Je ziet wat je passeert. En je stapt niet aan dezelfde kant uit, waar je ingestapt bent. Als hij maar niet weigert. Of met een smak terugvalt. Laatst nog: een man die boven op een lift reparaties uitvoert. Is de lift niet buiten werking gesteld? Iemand drukt beneden op een knop. Lift komt op gang. Man morsdood gedruk tegen plafond van schacht.
Springen terstond in het oog enkele veranderingen in de kamer. Het vlak van de witte muur, waarin voorheen slechts een bronzen engeltje van ± 20 centimeter lengte zweefde, wordt nu aan de rechterzijde, boven de eethoek, voor de tweede maal gebroken door een vrij grote, ouderwetse lithografie. In groen en rood. Een vrouw op een schommel. In een tuin. Haar borsten, toch al niet zorgvuldig aan het oog onttrokken, staan op het punt uit de halfdichtgeknoopte japon te springen: wilde schommelbewegingen. Een man, van wie alleen het bovenlichaam zichtbaar is tussen de struiken en die kennelijk de vaart van de schommel verzorgt, verbeidt dit moment grijnzend. Aan de blauwe muur is een afbeelding geprikt, die alleen wat het formaat betreft, met de eerste overeenkomt. Pagina uit een middeleeuws psalmenboek. Op het geschepte papier een passage uit een religieus lied. Latijnse tekst. Verouderd notenschrift. De beginletters zijn op minutieuze wijze geïllustreerd. Naast het kleine, witte dressoir, dat gedeeltelijk als bar dienst doet, met opengeslagen deksel een koffer. Over de rand bungelen (waarschijnlijk nieuwe) nylons. Inderdaad, nieuwe nylons. De overige kledingstukken, voor zover zichtbaar, zien er vertrouwd uit. Ongeveer een halve meter van de koffer vandaan, de kamer in, een paar schoenen. Nieuwe schoenen. Een ervan ligt. De ander staat. Op een buitengewoon hoge hak. Het is duidelijk dat dit geen schoenen van goedkope kwaliteit zijn. Toch is de schatting van de prijs nog veel te laag. Men is geneigd de kleur als smaragdgroen te betitelen. Maar zelfs deze, toch niet zo populaire kleur, lijkt te voor de hand liggend voor dit exklusieve model. Cyprusgroen, vert émeraude, Paul Veronesegroen e.d. raken waarschijnlijk eerder de bedoelingen van de ontwerper. Aan de voorzijde louter als ornament aangebrachte gespen. Vallen bij nader inzien niet in de smaak. Kunnen zonder veel moeite verwijderd worden. De stapel damesbladen op bed. Groter dan gewoonlijk. Kennelijk nog niet, of nauwelijks ingezien. Alleen de Marie-Claire nog niet vervangen door de laatste editie. Wordt altijd aan een kiosk gekocht. In tegenstelling tot de damesbladen, die aan huis bezorgd worden. | |
[pagina 37]
| |
Het beloofde cadeau. Niet zoals verwacht, zoals beloofd, een deeltje uit de Olympia Press. Was niet te vinden. Onzin. Eveneens een lithografie. De helft kleiner dan die aan de witte muur, maar in meer kleuren uitgevoerd. Een slapende vrouw in witte nachtjapon, die haar borsten geheel onbedekt laat. Zij ligt half buiten het bed geleund. Lakens en dekens zijn losgewoeld en liggen grotendeels op de betegelde vloer. Zij houdt op twee plaatsen een groot, langwerpig, blauwgestreept kussen omklemd. Tussen haar dijen. Met de rechterarm op haar middel. De linkerhand omklemt een poot van een omgevallen (of omgetrokken) stoel. Links onderaan slapend een zwartwitte pekinees. In sierlijke krulletters Un Rève. Is de huidige spelling niet met een ê? Geen moment in de gelegenheid geweest iets op de post te doen. Kaarten aan ouders, schoonmoeder, vriendin zijn door hem gepost. De geschreven groeten doorgenomen en waar nodig, mede ondertekend. Wel degelijk een kaart geschreven. Op het toilet van het hotel. Voilà. Een postzegel van 30 fr. ondersteboven geplakt in de rechterbovenhoek. Om op enigszins verborgen wijze uitdrukking te geven aan zijn ervaringen en gevoelens tegenover zijn korrespondentiepartner, plakt men de zegel op een willekeurige plaats en in een bepaalde stand op de enveloppe, waaruit dan de geadresseerde kan opmaken wat de afzender bedoelt, zonder gebruikmaking van woorden. 13 Paris. Les Bouquinistes. Bookstores along the Seine. Reproduction interdite. Schrijf niet meer. Het is gevaarlijk. Men is er achter gekomen. Ik ben niet vrij meer. Mijn hand is reeds vergeven. Op het plaveisel, bij de linkervoet van een oude man, waarschijnlijk een boekverkoper, een niet te ontcijferen tekst. Als de kaart schuin gehouden wordt, zodat het licht het gladde oppervlak doet glanzen en de voorstelling aan het oog onttrekt, een tweede tekst. Met ballpoint. Leesbaar: ik houd van je. Geen moment in de gelegenheid geweest iets op de post te doen. Ik houd van je. Schuin in het zeildoek van het tweede boekenstalletje van links. Ik ben geen moment alleen geweest. Ja, als ik naar het toilet moest. Op het toilet van het hotel. De argwaan waarmee hij me aankeek. Alsof ik vlug even met Rotterdam zou bellen. Had ik trouwens geen geld voor. Geen franse franc in mijn portemonnaie gehad. Rien du tout. Heb je niet nodig. Ik betaal toch. Ik ben toch heel de tijd bij je. Heerlijk op terrasjes zitten, alleen. Was er deze keer niet bij. Heeft me overal naar toe gesleept. De hele tentoonstelling, elke cocktailparty, elke bespreking, elk interview. Ik had wel succes. Heb daar meer succes dan hier. Geloof ik. Van die leuke italiaantjes. Als die dan hoffelijk wilden doen bij een oversteekplaats, hij gauw een arm om me heen. Om maar goed te laten blijken dat ik bij hem hoorde. Nee. De eerste dagen was ik er wel bang voor. Altijd als we op reis zijn en we logeren in een hotel. Zodra hij de geur van vreemde lakens ruikt. In de vooravond begint het al. Hij kijkt vaker naar me dan gewoonlijk. Is ongewoon attent. Bedrinkt zich zorgvuldig. De avond is nog niet eens voor de helft voorbij: of ik niet moe ben, of ik niet liever wil gaan slapen. Nee. Dat maakt hem alleen maar begeriger. Hij sleurt me gewoon van mijn kruk. De wagen in. Niet eens tijd om mijn glas leeg te drinken. Dit keer gelukkig recepties, waar hij onmogelijk vroeg weg kon. Elke avond werd het zo laat dat hij of te moe of te dronken was. En donderdagmiddag ben ik ongesteld geworden. Wilde hij eerst niet geloven. Moest ik bewijzen. Een keer is hij toch zo kwaad geworden. Ik zat me te wassen. Van die leuke bidetjes hebben ze daar. Die kun je hier toch wel kopen? Hij lag al in bed een krant te lezen. Ik liet de straaltjes van alle kanten heerlijk naar binnen spuiten. Komt er nog wat van? Je zit al meer dan een uur op dat ding. Realiseerde zich zeker wat er gebeurde. Hij sprong uit bed en trok me van mijn bidetje. Schold me uit voor vieze, geile griet. En nymfomaan, woord kende ik niet eens, en stompte me het bed in. Hij zag het. Hij zag het aan mijn gezicht. Aan mijn ogen. Hij heeft me misschien wel horen kreunen. Ik kwam haast klaar. Zal ik koffie zetten? De cognacfles is voor driekwart leeg. Hoe laat moet je weg? Meer dan een glas kan er niet uit. Het verschil zou opvallen. Heb je me bedrogen? Alleen maar filtersigaretten. De afgebroken filters onmiddellijk over het balkon gooien. Waarom geef je geen antwoord? Niet in de asbak. Wat lach je? Als ze de asbak vergeet te legen. Kun je | |
[pagina 38]
| |
dan niet eens anderhalve week wachten? Niet eens? Wolf noteert alle bakken in een zakagenda. Het alfabetgedeelte, door anderen voor adressen gebruikt, staat bij hem vol trefwoorden. Hoge uitzondering als je hem een bak vertelt die hij nog niet kent. Meestal heft hij bij de eerste of tweede zin de hand al op. Heb ik al. Hoge uitzondering: eigenlijk niet eens een echte bak. Er was eens een man, een invalide man - Wolfs hand gaat omhoog en zakt weer - die zich per dag gemiddeld zestig keer aftrok. Verder deed hij niets dan slapen. Aan zijn pik had hij een touwtje. Dat touwtje stond in verbinding met een belletje. Kreeg hij in zijn slaap een stijve, dan spande het touwtje zich en wekte het belletje hem. Vlug aftrekken en weer gaan slapen. Een korte aarzeling. De zakagenda komt te voorschijn. Wolf noteert. Zelfs geen glimlach. Bedankt.
De sloop van de oude Bijenkorf vordert: nog slechts een klein stuk van de linkerbuitenmuur zichtbaar. Van hieruit. Van het nieuwe gebouw het middengedeelte met ingang. Niet de plastiek van Gabo. Staat in de steigers. Uitwerpselen van horden spreeuwen hebben het metaal aangetast. Bovendien is bij de restauratiewerkzaamheden brand ontstaan. Paniek ontstaan. Vlammen in lunchroom en kapsalon. Niet de espressobar rechts. Naast de Cineac. Toasties. Merkwaardig. Vandaaruit is wel dit raam te zien. Een specialiteit uit Italië. Twee vliesdunne sneetjes wittebrood. Daartussen een plak ham en een plak kaas. Delicatesse. Het geheel even roosteren. Iets bizonders. Een kleine radio. Verscholen tussen boekenplanken ter hoogte van de vensterbank. Naast pockets en het telefoonboek. En oude nummers van Marie-Claire. Staat bijna nooit aan. Tip voor woensdag half zeven: jazz op Brussel Frans. Vergeet ze toch meestal. De zender kraakt. Het geluid valt herhaaldelijk weg. Toch is het toestel nieuw gekocht. Is zelf vergeten waarvoor het dient. De telefoon in de hoek van de vensterbank. Of op een krukje met zadelvormige zitting. Afgezet met glimmende koperen nagels en afhangende leren kwastjes. Het kussen uit de rieten stoel dient om het rinkelen van de telefoon te dempen. De neonlichten van banken en warenhuizen. Het verkeer in de kloof tussen flat en winkels en kantoren aan de overkant. Klaxons. Remmen op de hoek van de Hoogstraat. Uitkleden voor het raam. Kan nu: geen woonhuizen aan de overkant. Nergens wordt overgewerkt. Hoewel: werksters? 't Lijkt wel of die jongens daar nooit wat te doen hebben. Zitten maar omhoog te kijken. En zeggen iets tegen elkaar. Of beginnen te lachen. Soms steekt er een zijn hand op. Nee, niet hier. Ze kunnen onze hoofden zien boven de bank uit. Zouden ze overal zo naar binnen loeren? Gelukkig dat we zo hoog zitten. Anders moest ik de hele dag gordijnen voor de ramen hebben. De schemerlamp op het witte taboeretje halverwege de kamer. De schemerlamp brandt. De tussenmuur is weggebroken. Mocht van de huiseigenaar. Omdat het de bovenste etage is. Een zeer royale kamer is ontstaan. Tevens slaapkamer. Klein nadeel: is er bezoek geweest, of een feestje (komt zelden voor), dan dient er eerst geruime tijd gelucht te worden, voor de atmosfeer zich weer leent voor een gezonde nachtrust. Groot nadeel: wie de kamer binnenstapt, ziet in een oogopslag wat er in de kamer (op het bed) gebeurt. Afzondering onmogelijk. De afscheiding op het plafond. Storende eindjes elektriciteitsdraad die, tegen alle advies, maar niet weggewerkt worden. Kleine moeite. Van de muziek gaat veel verloren: de openstaande balkondeur. Het gordijn als een pendule boven de drempel. Op het voeteneinde is de wind voelbaar. Je vat kou straks, als je bezweet bent. En het verkeer in de diepte. Lang werk heeft ze weer in de badkamer. Van de cognac afblijven. Zit haast niets meer in. En de whiskey is op. En de gin ook. Nog vier flesjes bier in de ijskast. Voor mij cola. Ik krijg er altijd verschrikkelijke dorst van. Heb je sigaretten gekocht? Zonnehoed, draagt ze nooit, nooit gezien, wandversiering. Draag ik 's zomers, aan het strand. Staat zo beeldig. Shawl om mijn hoofd, strak, grote zonnebril, dan de hoed. Zal 'm straks eens opzetten, eerst afdrogen. Zachtjes met die deuren. Altijd hetzelfde. Stom gekonstrueerd ook. Je weet nooit welke deur je te pakken hebt, de badkamerdeur of de gangdeur. Dan slaat de tussen- | |
[pagina 39]
| |
deur op de gang er nog tegen. Als je te vlug los laat. Heeft geen slot. Om de kinderen denken. Vergeet geen handdoek mee te nemen. De plaid ziet er zo uit. Helemaal hard geworden. Van de week een nieuwe kopen. Deze in de kinderkamer. Het regent. Het regent. De straten worden nat. Zijn nat. Dat is duidelijk, banden van passerende auto's, te horen. Laurindo Almeida en Bud Shank. Aan laten staan. Aan laten staan? Een 45-toerenplaatje. Beter helemaal geen muziek dan telkens opstaan, opnieuw opzetten of omkeren. Toegegeven. Een langspeelplaat? Er komt er niet een in aanmerking. Een automatische platenwisselaar aanschaffen. Wordt overwogen. Het is vaak lastig om over bepaalde aktualiteiten met haar van gedachten te wisselen. Uit dikke, groene glazen is het prettig drinken. Naar de radio luistert zij niet of nauwelijks. Ze zijn er in alle maten: van zware pullen tot borrelglaasjes. Ook bijpassende karaffen zijn leverbaar. Stond hier nu maar de informatie van een dagblad tegenover. Maar die doen meestal slechts dienst als verfraaiing van het interieur: vaas met, meestal zonder bloemen. Waarom is er dan geen krant in huis? Ze kunnen tegen een stootje. En vallen op de vaste vloerbedekking. Haar interesse is gewekt voor een nieuwsweekblad. Bier laat geen vlekken na. De ironie en kompakte berichtgeving spreken haar wel aan. Bier laat toch geen vlekken na? Ik heb voorgesteld om een abonnement te nemen. Speciaal voor de gezinsflessen is er een plasticdop: na verwijdering kroonkurk om hals van fles aanbrengen. Het blad bleek te bevallen. De gedachte aan een abonnement niet. Lauw. Had ze de fles maar in de ijskast moeten zetten. Of ze moet bier willen. Nog niet zolang geleden is een ander blad opgezegd. Of is de toezending gestaakt? Verdween meestal na vluchtige lezing op vrijdagmorgen al naar de keuken. Op de stapel damesbladen, reclamefolders, gratis huis-aan-huiskranten. Zo'n boekwerk. Geen doorkomen aan. Voor de helft advertenties. Kon niet eens door de brievenbus. Rekonstruktie van het glas geeft nog geen zekerheid. Stukjes glas kunnen binnenwaarts, in de limonade gevallen zijn. Nietwaar? Of op de grond. Was het een grasperk? Zoek dan maar eens uit waar ze gebleven zijn. Het abonnementsgeld is nog steeds niet betaald. Of heeft hij het glas op zijn hand leeggeschonken? Ik zou voor alle zekerheid een medisch onderzoek in laten stellen. |
|