Gard Sivik. Jaargang 5(1960-1961)– [tijdschrift] Gard Sivik– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 25] [p. 25] armando / zes gedichten [I] een loodrechte streep over de aarde (het gezicht) hees blauw en vervloeking de hele kleine handjes in één grote mond ik weet niet hoeveel darmen uit de zon te bleken het smaakt zoeter dan de beesten de beentjes in de stevige buizen met muziek blijde sprongen van het aas o gevlekter dan de hoge nacht gehoorzaam is hij. de dienares. joelend is er het slaande trommel en de hoorns de schallende honden (de hoge straat) zo langzamer-hand een mens een loodrechte streep over het gezicht hees blauw en vervloeking [pagina 26] [p. 26] een snel mes overdag het eiland dood vindt, en woest als hij is het mes hanteerde, aan onderkant ogen. ‘ik was schuldiger ooit’. jarenlange ervaring speelt hem parten. de mist, die in flarden haar buik toont. dit zijn de striemen, dit de sporen, zwijgt nu. haar hoofd? bijna: een gloeiende gestalte, brandt. gedicht de stenen en de steentjes en een lief gordijn een jongen en een vies meisje. gedicht , waarop ik, als sterkste, een arm ophef en een naam uitspreek. [pagina 27] [p. 27] het scherp geslepen mes ze doen het mij alsof ik dienaar ben. het scherp geslepen heft in zijden handen. de olifanten stampen op het achterhoofd. veel te lang zeggen de tongen: het leven hangt mijlenhoog aan wielen. het scherp geslepen mes is vermoord. [II] , op de grens is armando dominerend, vervloekend, in al zijn schoten grootheid zijn goden rijkdom en bezitting: 1 knecht. fier en zelfstandig viert zijn honger bot alsof het tweemaal 4 te laat is of te ver of ik weet niet wat: machteloos zegt hij? voorlopig als antwoord, mes zo lang als nageltjes. verbleekt: jij weet alles, mijn littekens , de grens is armando Vorige Volgende