Gard Sivik. Jaargang 2

[p. 2]

claude corban / liefde in de sjees

In de rollende sjees vangen
vier vuurmeisjes de zwarte vlinders
in hun drukwerk. Overboord
moeten ze in de nacht,
een ritselend zilverpapier.

Lilly, Else, Fremolde en Sjoeke:
ze zetten er hun radijsrode naam onder
die ze over hielden uit een kaperstocht
met de natte prinses van hun dromen.

Nu vertellen ze aan de voerder,
de voerder van hun sjees en van de nacht
dat hun jongen een paradijsvogel is,
neen, een zoete babelard, een stroper,
een klein kevertje in het lijf oho!

Morgen schrijven de jongens
de plaats en het uur
in hun notaboek.