Gard Sivik. Jaargang 2(1956-1957)– [tijdschrift] Gard Sivik– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 12] [p. 12] kari bert / gedichten ze worden paarden als de te laat geboren zonen met een vlek in de hals met steigerende manen in de nacht van liefdes- en jakhalskreten bijt ze los bijt ze buiten en luister naar hun koor hete leeuwenkelen wijl in de verte gehurkte gekken de maan bezingen of ergens met de vocht aan de binnenkant van het vel draagt een vrouw de angst in zich als een kind barensklaar op het grauwe plein stijgt langzaam en klappertandend de mist en daar zit te zingen een purperen bloem een kleurvlek die uitgelopen over al het grijs plots aan bloed doet denken [pagina 13] [p. 13] ver voltooien als bizons locomotieven de stafkaart van het spoorwegnet rammen met kalme lijnen de nacht en vervullen zo op hun manier een groot toneel lijk de wijsheid doen het geld en de honger de symmetrische machine als een schaakspel uitstrekken met de zekerheid der seizoenen de gezwollen snaren zijn teruggetrokken tot achter de horizon waar ook het geheim huist juist daarom geheim de grieken hun tempel is ons huis geworden ons doel is diepzeerust een pyramide van glazen constructies we dwingen alle onbekende dieren leggen onze erfenis op een operatietafel met de hulp en de genade des tijds Vorige Volgende