Gard Sivik. Jaargang 2(1956-1957)– [tijdschrift] Gard Sivik– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 10] [p. 10] ben marée / gedichten De lippen zwart van woede koningin, hemelrijk van profetenzaad groter dan de stilte die de zee sluit sluimert de gehoornde hemel spettert de stilte die onder de zee van geen vogelbruid geboren is aan geen dodend signaal bekend. De gassen schaduwrijk overwinnaars van gisteren branden de aarde, tirannen nagelen de zon aan hun paleizen, zij ontluisteren de schaduw - die luistert naar de leeuw - branden het stro van hun adem - woorden die dorsen de stilte - Stilte ontbladert maar aan de grond smelten de wapens de vrede, het bloed grijpt naar ons keel de droom van het onrijpe dorp, het rode veulen dat uit onze adem leeft en onder ons bloed kabbelt de kruistocht warm als de zee koestert haar zijden slavin. [pagina 11] [p. 11] Aarde die welft tussen jouw gebeente en mijn dieren die daarin hun weide zoeken en de wijdelingen, dopers, die dieper werken in mij tussen de wortels van het koninkrijk. Dit als licht verweerde onder druk van de mollige schaduw je bloed, dat groeide als een boom groen, berijder ik bezoeker van je vleugels, herbergier ik van je honger. Groter en rijker gegoten, in je nest broedend het jong, als een oor rijker, als een vogel grootser, vliegend, stervend aan de korst van je hongersnood Vorige Volgende