Gard Sivik. Jaargang 2(1956-1957)– [tijdschrift] Gard Sivik– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 16] [p. 16] / het vlinderzonnetje ‘in het ruiten lachje blijven de schouders zonder woorden hangen en leeft het vlees zijn schuchter muggenliedje dringender dan ooit een hand het licht omvatten kan’ Een vriend x.x. de rivier op het gelaat de mond een weke windhoos die aan de hersens ruines kweekt en huilt hoe de tong der liefde groeit aan stembanden uit een gebogen rug als aan de lucht de flarden zichtbaar worden voor zachte ogen als in het water het spiegelbeeld steeds dauw te worden steeds weten waar men is en gaan zal vol zon en vlinders oh vlinderlicht aan de vingers te zwaar voor de draaiende vleugels Vorige Volgende