Gard Sivik. Jaargang 2(1956-1957)– [tijdschrift] Gard Sivik– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 12] [p. 12] hugues c. pernath / kristus met de heupen van een tweeling ik ga voorbij de eerste dag gespleten in de jonge zoethoutwonde van een gebrekkige vrouw de honden en de moeder schuilen in de kruimelnacht der ellende mijn ogen schrikken zinloos als een zachte schuimbeet jong en bloedend bij de anemonen wil ik wenen en begraven, morgen als altijd als huis gesneden wonen, warm in de speer van de weemoed geklemd ik groet het einde, de dromen en de liefdewoorden in het heelal der nauwe kreten het inslapen der korte lentelanen trotser bij de zwanen dit is grauw voorbij, alleen marmer uit de asse van zovele handen in de verloren geur vandaag, vind ik trouwer dan een naam mijn ogen in hun angstreis Vorige Volgende